In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijleer
Rechtsstaat
Straffen of voorkomen?
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Nieuwstoets
Wat kan je verwachten in het komend SE?
Herhalen
Uitleg 5.6. Staffen of voorkomen
Vragen stellen
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
SE 6 25%
H5.1 t/m H5.6 Rechtsstaat en criminaliteit
leer begrippen en leerdoelen uit het boek/de lessonUps en uit de Quizlet
AMV
De vier kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk.
Normen en waarden
Belangen en belangentegenstellingen
Slide 3 - Tekstslide
Zet het verloop van een rechtszaak in de goede volgorde
Uitspraak/ Vonnis
Pleidooi
Verhoor getuigen
Aanklacht
Opening
Verhoor verdachte
Requistoir
Laatste woord verdachte
Slide 4 - Sleepvraag
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 5 - Quizvraag
Welk begrip past hierbij? De officier van justitie laat iemand niet voor de rechter laten komen wegens gebrek aan bewijs
A
schikken
B
marchanderen
C
Vervolgen
D
seponeren
Slide 6 - Quizvraag
Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een van . Als alle gegevens kloppen, leest de officier van justitie de voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de . Na de ondervragingen volgt de strafeis van de officier van justitie in het een . De advocaat, die de verdachte verdedigt , probeert de rechter tijdens zijn ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het .
aanklacht
opening
getuigen
requisitoir
pleidooi
vonnis
helpt
uitspraak
Slide 7 - Sleepvraag
Je mag niet liegen in de rechtszaal. Hoe heet dit strafbare feit?
A
Bestwil
B
Meineed
C
Smaad
D
Laster
Slide 8 - Quizvraag
Verdachte
Rechter
Officier van justitie
Advocaat
Slide 9 - Sleepvraag
Aanklacht
Pleidooi
Vonnis
Requisitoir
Laatste woord
Rechter
Verdachte
Advocaat
Officier van justitie
Strafeis
Tenlaste-legging
Uitspraak
Officier van justitie
Slide 10 - Sleepvraag
De slottoespraak van de officier van justitie met daarin de strafeis.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis
Slide 11 - Quizvraag
5.6 Rechtsstaat
Staffen of voorkomen?
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen met welk doelen we mensen straffen
Je kan de drie soorten straffen beschrijven en herkennen.
Verschillende manieren noemen om criminaliteit te verlagen
Je kent de begrippen preventie en repressie
Slide 13 - Tekstslide
Drie soorten straffen
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.
Er zijn drie soorten straffen:
hoofdstraffen
bijkomende straffen
maatregelen
Slide 14 - Tekstslide
Hoofdstraffen
Er zijn drie hoofdstraffen:
een geldboete
een gevangenisstraf
hechtenis
een taakstraf
Slide 15 - Tekstslide
Bijkomende straffen
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf krijgen.
Bijvoorbeeld een rijontzegging, gebiedsverbod of beroepsverbod.
Openbaarmaking van de uitspraak
Slide 16 - Tekstslide
Maatregelen
Een terbeschikkingstelling (TBS) of onder toezichtstelling (OTS)
- Het afpakken van goederen, zoals verdovende middelen, wapens of nepmedicijnen.
- Het ontnemen van winst die een verdachte met zijn misdrijven heeft gemaakt,
- Het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer.
Slide 17 - Tekstslide
TBS
Een speciale maatregel is tbs: de terbeschikkingstelling.
Tbs is bedoeld voor mensen die ontoerekeningsvatbaar zijn: het gepleegde delict kan de dader niet worden aangerekend vanwege een psychische stoornis.
Deze mensen worden behandeld in een tbs-kliniek.
Ze komen pas vrij als de artsen verklaren dat ze genezen zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Kijkopdracht:
Noem twee voordelen van het opleggen van de tbs-maatregel in plaats van een gevangenisstraf.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Kijkopdracht:
Welke twee voordelen heeft het het opleggen van de tbs-maatregel in plaats van een gevangenisstraf?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Jeugdstrafrecht
Voor jongeren is er het jeugdstrafrecht: strafrecht voor jongeren tussen 12 en 18 jaar die een zwaar misdrijf plegen.
De nadruk ligt hierbij meer op voorkomen dat jongeren opnieuw in de fout gaan.
Slide 23 - Tekstslide
HALT (Het ALTernatief)
Als je tussen 12 en 18 jaar oud bent en een licht misdrijf pleegt kan de politie je naar Halt sturen.
Werk je mee, dan krijg je geen strafblad.
Vraag: Waarom is voor deze aanpak van jongeren gekozen, denk je?
Waarom is niet gekozen voor een straf?
Slide 24 - Tekstslide
Doelen van straffen
Straf dient als afschrikking
De dader ander gedrag aanleren > resocialisatie
Door opsluiten wordt de samenleving veiliger > samenleving beschermen
Voor nabestaanden en slachtoffers is het een vorm van wraak of genoegdoening
Eigenrichting voorkomen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Repressie?
Om criminaliteit te verminderen zijn twee aanpakken mogelijk: repressie en preventie.
Repressie is criminaliteit onderdrukken. Repressie is handelen ná het delict. Veroordeelde criminelen moeten langer de cel in. En er moeten extra agenten komen en justitie moet meer geld krijgen.
Slide 27 - Tekstslide
Preventie?
Preventie betekent criminaliteit voorkomen.
Preventie is handelen vóór het delict. Bijvoorbeeld door te zorgen voor meer toezicht. Dan wordt er minder gestolen.
Of door jonge criminelen hulp te geven bij het vinden van een stageplek of een baan. Zo voorkom je dat ze opnieuw de fout in gaan.
Slide 28 - Tekstslide
Preventie?
Preventie betekent criminaliteit voorkomen.
Preventie is handelen vóór het delict. Bijvoorbeeld door te zorgen voor meer toezicht. Dan wordt er minder gestolen.
Of door jonge criminelen hulp te geven bij het vinden van een stageplek of een baan. Zo voorkom je dat ze opnieuw de fout in gaan.
Slide 29 - Tekstslide
Kijkvraag: Welke voorbeelden van repressie en preventie herken je in de video?
Slide 30 - Tekstslide
Beheers je de leerdoelen?
• Je kunt benoemen welke doelen straffen hebben.
• Je kunt uitleggen wat tbs en ontoerekeningsvatbaarheid
betekenen.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen repressie en preventie.
Slide 31 - Tekstslide
Welke doelen heeft de samenleving met straffen? Noem minstens 3 redenen.
Slide 32 - Open vraag
Op welke manier kan gezichtsherkenning preventief werken en op welke manier repressief?
Slide 33 - Open vraag
Actietime!
Wat moet? 5.6 Straffen of voorkomen
Lezen: 5.6 (blz 86 en 87)
Maken: 1 t/m 14 (134 t/m 137)
Keuze:
Maak de samenvattingen + begrippenlijsten en GA LEREN!
Oefen met Quizlet, herhaal de amv (H1), kijk uitlegvideos