Discap Theater Intro dd

CKV THEATER
DISCAP THEATER 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
ckvMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

CKV THEATER
DISCAP THEATER 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1e lesuur:
Feedback in tweetalen Mini-Zine
Mini-Zine + foto feedback uploaden in ELO

Aansluitend:
Introductie DISCAP Theater

DISCAP THEATER 

Doornemen planning lessen komende weken - Do’s & deadlines
 
Uitleg lessen theater en opdracht theater recensie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DISKAP // THEATER

Waaruit bestaan de lessen THEATER

Kennis opdoen:
Kennismaken met verschillende vormen theater & theatervormgeving
Wat is een recensie en hoe schrijf je er zelf een
‘Kookworkshop’ 4 oktober tijdens de les

Ervaren:
Theater bezoek met school op dinsdag 10 oktober.
       Voorstelling ‘Lets talk about seks’,
       Door Prins S. en De Geit​
       13.00 uur, De Koninklijke Schouwburg,
       Korte Voorhout 3
       2511 CW Den Haag

Maken:
Schrijven recensie over bezochte voorstelling (huiswerk, deadline ntb)
Werken aan opdracht ‘theater vormgeving’ (tijdens de lessen)
DISKAP // THEATER

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak kennis met deze discipline,
stijlen en begrippen

Wat weet je al over theater?

Deze les bestaat uit verschillende opdrachten. Aan de hand van de opdrachten kom je van alles te weten over het theater. Welke belangrijke theaterstijlen zijn er? En wat is kenmerkend aan deze discipline?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

THEATERSTIJLEN

  • Cabaret
  • Locatietheater
  • Bewegingstheater
  • Muziektheater
  • Teksttoneel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CABARET

  • Humor
  • Alledaagse onderwerpen
  • Maatschappij-kritisch  (duidelijke moraal)
  • Vaak zelfspot (imago)

Slide 8 - Tekstslide

Cabaret
Cabaretvoorstellingen bestaan vaak uit een aaneenschakeling van korte fragmenten komedie, zang, dans en theater waarbij de performer zich rechtstreeks tot het publiek
wendt.
De cabaretier vertelt humoristische verhalen waar vaak een moraal in verpakt zit en becommentarieert actuele maatschappelijke gebeurtenissen.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

MUZIEKTHEATER
  • Muziek en theater komen samen
  • Muziek inzetten om een verhaal te vertellen

Musical = Lichte muziek is leidend
Opera = Klassieke muziek is leidend
Muziektheater = Muziek speelt een eigen rol

Slide 10 - Tekstslide

Muziektheater
Muziektheater is een verzamelnaam voor theater waarin muziek een grote rol speelt, zoals opera en musical. Veel theatermakers gebruiken muziek om hun verhaal te vertellen.

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

LOCATIETHEATER
  • Anders dan in theatergebouw of openluchttheater
  • Vaak buiten: strand, duinen, bos, industrieterrein, treinstation
  • Plek-afhankelijk
  • Locatie versterkt verhaal
  • Unieke ervaring

Slide 12 - Tekstslide

Locatietheater
Theatermakers kunnen zich laten inspireren door een bepaalde plek. Bij locatietheater is de gekozen locatie bepalend voor de voorstelling. Die kan dan alleen maar op die plek
gespeeld worden. Zo kan een voorstelling bijvoorbeeld ook op een strand of in een bos worden gespeeld.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BEWEGINGSTHEATER
  • Verhaal vertellen door uitdrukkingskracht van lichaam
  • Fysieke beeldtaal
  • Fysieke mogelijkheden verkennen
  • Anders dan dans?


Slide 14 - Tekstslide

Bewegingstheater
Bewegingstheater of mime is een vorm van theater waarbij wordt uitgegaan van de fysieke mogelijkheden van de spelers. Zij gebruiken de uitdrukkingskracht van hun lichaam om een verhaal te vertellen, vaak zonder spreken.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

TEKSTTONEEL
  • Veel theater start vanuit een tekst
  • Tekst als belangrijkste component
  • Nieuwe of bestaande theatertekst

Slide 16 - Tekstslide

Teksttoneel
Veel theatervoorstellingen starten vanuit een tekst die een toneelschrijver heeft geschreven.
Soms wordt de tekst in samenwerking met de regisseur en acteurs ontwikkeld. Vaak wordt ook een bestaande theatertekst gebruikt, bijvoorbeeld van een toneelschrijver uit
het verleden wiens werk nog altijd relevant is.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

regisseur + dramaturg + uitleg ontstaan
Welke theaterstijl spreekt jou het meeste aan?
A
teksttoneel
B
cabaret
C
muziektheater
D
locatietheater

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is theater (als discipline) ontstaan?
A
In het oude Griekenland
B
Na WOI
C
In de middeleeuwen
D
In de prehistorie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

                            

                             Ontstaan rond 70 na Chr.
                                                              
                                                        Werd o.a. gespeeld in het Colloseum (Amfitheater) 


Griekse tragedie
Toneel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkant Colloseum
70

Amsterdam arena
1970

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een regisseur?
A
De regisseur is de baas van het theater.
B
De regisseur geeft het theaterstuk vorm.
C
De regisseur is de schrijver van het stuk.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De inhoud van een theaterstuk noemen we:
A
de mise-en-scene
B
het decor
C
de voorstelling
D
het toneelbeeld

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een acteur kan in zowel houding, als beweging en mimiek emotie laten zien.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe een acteur zijn stem kan inzetten bij het overdragen van emoties.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het stuk 'Medea' werd gespeeld in een
grote witte ruimte. De acteurs stonden
vaak op grote afstand van elkaar.
Hoe noem je de manier waarop de spelers
het toneelvlak gebruiken?
A
vierde wand
B
decor
C
mise-en-scene

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het als toneelspel 'net echt' overkomt?
A
gestileerde speelstijl
B
naturalistische speelstijl
C
absurdistische speelstijl
D
(melo)dramatische speelstijl

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij cabaret wordt 'de vierde wand' doorbroken.
Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder 'theatervormgeving' vallen:
A
decor en kostuums
B
decor, kostuums en rekwisieten
C
decor, kostuums, rekwisieten en grime
D
decor, kostuums, rekwisieten, grime, licht en geluid

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan de wereld het theater veranderen? Leg uit.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan het theater de wereld veranderen? Leg uit.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

naar de ppt recensie 
OPDRACHT

  • theater
  • de 5 w's
  • acteur
  • mimiek
  • regisseur
  • mise-en-scène
  • speelstijlen
  • de vierde wand
  • rekwisieten
  • decor
  • grime
Zoek in 5 minuten zoveel mogelijk informatie over onderstaande begrippen.

Per tafel noteren jullie de informatie op een papier.

Lees je bevindingen voor.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht recensie schrijven

Voorstelling; noem de titel
1. vertel de kern van het verhaal, de locatie, de sfeer en de boodschap
2. leg uit hoe de titel, de locatie en de sfeer terugkomt in het stuk in 3 scenes
 
Lichaam; kies een acteur en leg de kern van de scene uit (3x)
                   vertel iets over deze onderdelen in deze bepaalde scene:
                   mimiek - houding - beweging - uitdrukking: van deze acteur

Stemgebruik; kies een acteur en leg de kern van de scene uit (3x)
                            vertel iets over deze onderdelen in deze bepaalde scene:
                            volume: hard, zacht;
                            tempo: snel, langzaam;
                            accenten;
                            intonatie; van deze acteur



Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Mise-en-scène; leg uit hoe het toneel is ingericht
                               vertel van 3 scenes hoe de acteurs zich over het toneel bewegen
                                de richtingen

Speelstijl; kies een acteur en leg uit (3x)
                    wat is de speelstijl van deze acteur in elke scene:
                     gestileerd, nadrukkelijk geacteerd; 
                     naturalistisch, naar de werkelijkheid; 
                     hoe komt dit voor: aanwezigheid van ‘vierde wand’; 
                                                         erkenning van het publiek


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Theatervormgeving;
              Beschrijf hoe deze onderdelen op het toneel eruit ziet/klinkt in 3 scenes:
                                decor - licht - muziek - geluid
                                 scenografie: realistisch, abstract 
                                (hoe zien de spullen en mensen eruit)
 
Theatervormgeving;
                Beschrijf hoe deze onderdelen op het toneel eruit ziet in 3 scenes:
                                  kostuum - grime - rekwisieten
                                  scenografie: realistisch, abstract 
                                 (hoe zien de spullen en mensen eruit)


 


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Elke leerling behoudt zijn eigen toegewezen theaterkenmerk
                         zoals geoefend is in de les

1 les:
Noteer van je eigen kenmerk hoe dit is verwerkt in de voorstelling: 
overleg met de groep
 
Les daarna:
Bespreken we klassikaal de voorstelling:
elke groep presenteert het eigen onderdeel / theaterkenmerk en de 3 scenes


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shakespeare Theater Diever

De regisseur Jac Nieborg bewerkt de theaterstukken zodat deze eigentijds worden; hij voegt zaken die nu gebeuren toe.
Er wordt Nederlands gesproken, soms op de "gedragen" theatermanier, vaker gewoon als spreektaal.
Het decor en de kostuums zijn in een bijzondere stijl; Steampunk of juist weer sprookjesachtig

De Jeugdgroep stukken worden ook bewerkt 


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

William Shakespeare
William Shakespeare (1564 - 1616)
  • Toneelschrijver
  • Romeo and Juliet
  • Veel invloed op de Engelse taal

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over 2000 words were first written down by William Shakespeare

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies