Thema 1 - Hoofdstuk 2: Voedselrelaties en biodiversiteit
Thema 1 - Hoofdstuk 2: Voedselrelaties en biodiversiteit
Trede 03 - Voedselrelaties
1 / 76
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 76 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Onderdelen in deze les
Thema 1 - Hoofdstuk 2: Voedselrelaties en biodiversiteit
Trede 03 - Voedselrelaties
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
verschillende modellen van voedselrelaties kennen en toepassen;
de verschillende modellen om voedselrelaties voor te stellen, herkennen, gebruiken en opstellen;
de betekenis en het belang van biodiversiteit kennen;
de invloed van de mens (positief en negatief) op de biodiversiteit omschrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen:
Slide 3 - Tekstslide
Biotoop
Alle biotische en abiotische factoren samen
Slide 4 - Tekstslide
Levensgemeenschap
Alle verschillende soorten organismen in een gebied
Slide 5 - Tekstslide
Populatie
Alle dieren van dezelfde soort in 1 gebied
Slide 6 - Tekstslide
Individu
1 organisme
Slide 7 - Tekstslide
Voedselrelaties
Slide 8 - Tekstslide
Een voedselketen
Slide 9 - Tekstslide
Zet deze organismen in volgorde van 'gegeten worden'.
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Een voedselweb
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Voedselkringloop
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Voedselbronnen
Slide 20 - Tekstslide
Producenten
Produceren hun eigen voedingsstoffen.
- Bv. Planten
Slide 21 - Tekstslide
Consumenten
Ze gebruiken planten en/of dieren als voedsel.
- Bv. insecten, dieren ...
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Detrivoren
Detrivoren = Consumenten die detritus (dood organisch materiaal) zoals dode organismen opeten. Ze breken dit verder af tot fijner dood organisch materiaal.
Slide 25 - Tekstslide
Reducenten
Ze breken dood organisch materiaal af zodat het weer door de planten gebruikt kan worden.
Tijdens de afbraak halen ze energie uit de stoffen.
- Bv. schimmels, bacteriën ...
Slide 26 - Tekstslide
Een voedselpiramide
Slide 27 - Tekstslide
Biomassa
In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner
De hoeveelheid energie daalt naar boven toe, samen met de biomassa
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Biodiversiteit
Slide 30 - Tekstslide
Biodiversiteit wat is het?
Slide 31 - Woordweb
Slide 32 - Video
Biodiversiteit
De biodiversiteit zegt iets over het aantal verschillende soorten dat je in een gebied vindt.
Het is een synoniem van soortenrijkdom.
Hoog biodiversiteit: Heel veel verschillende soorten
Laag biodiversiteit: Weinig verschillen de soorten
Slide 33 - Tekstslide
Biodiversiteit
De variatie aan planten en dieren in een gebied.
Bij een grote biodiversiteit is het ecosysteem stabiel.
Slide 34 - Tekstslide
Waardoor neemt de biodiversiteit in België af?
A
bio-industrie, overbevissing, ontbossing
B
Toename van het aantal inwoners, urbanisatie
C
Vervuiling
D
Klimaatverandering
Slide 35 - Quizvraag
Welke soort zal eerder als bedreigd worden aangemerkt in de rode lijst?
A
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die langzaam afneemt
B
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die snel afneemt
C
Een soort waarvan er weinig zijn, maar die langzaam toeneemt
D
Een soort waarvan er weinig aanwezig zijn, maar die snel toeneemt
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Video
Biodiversiteit op verschillende niveaus
Slide 38 - Tekstslide
Biodiversiteit van ecosystemen
Slide 39 - Tekstslide
Biodiversiteit van soorten
Wat voor soorten zie je?
Slide 40 - Tekstslide
Biodiversiteit in genen
Slide 41 - Tekstslide
Wat betekent ecologisch evenwicht?
Slide 42 - Tekstslide
Ecologisch evenwicht
Er is een ecologisch evenwicht als er voldoende voedsel is voor elk organisme in de biotoop.
Wordt dat verstoord door een
stijging of daling van het aantal
organismen binnen dezelfde laag, dan
verandert de piramidevorm.
Slide 43 - Tekstslide
Natuurlijk proces
*Wanneer er meer roofdieren zijn zullen er minder prooien overblijven
-> Roofdieren sterven
*Minder roofdieren = meer prooien
-> meer roofdieren overleven en de populatie wordt weer groter
*Cyclus begint opnieuw
Slide 44 - Tekstslide
Ecologisch evenwicht
Een gezonde balans tussen de biotische factoren in een gebied.
Slide 45 - Tekstslide
De mens en biodiversiteit
Slide 46 - Tekstslide
Voordelen van een grote biodiversiteit
Dankzij een grote biodiversiteit hebben we:
Voedsel
Medicijnen
Kleding
Brandstof
Vruchtbare grond
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Tekstslide
Hoe kunnen we het milieu beschermen?
Slide 49 - Tekstslide
Slide 50 - Tekstslide
Biodiversiteit:
aantal soorten
Slide 51 - Tekstslide
Is verlies van biodiversiteit een probleem? Waarom wel/niet?
Slide 52 - Open vraag
Waarom daalt de biodiversiteit?
Slide 53 - Tekstslide
De mens verstoort ecologisch evenwicht
Wanneer de mens bv. sprinkhanen bestrijdt, heeft dat grote gevolgen voor de dieren verder in de voedselketen.