Par 3: leven op het platteland

Memo brugklas T/H
H4  De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 3 Leven op het platteland
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo brugklas T/H
H4  De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 3 Leven op het platteland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je met behulp van twee voorbeelden uitleggen waarom mensen van de steden naar het platteland vertrokken.
  • Kun je uitleggen waarom kleine boeren hun grond aan een grotere boer afstonden.
  • Kun je 4 voorbeelden geven van waaruit een domein bestond
  • Kun je uitleggen wat herendiensten zijn

Slide 2 - Tekstslide

Onveilige tijd
  • Tijdens de volksverhuizingen plunderden Germaanse volken steden in het West-Romeinse Rijk: onveilig.
  • Op de wegen tussen de steden was het ook niet veilig: oorlogen en rondzwervende rovers.
  • Wegen werden niet meer onderhouden: handel verdween.
  • Veel mensen vertrokken naar het platteland: veiliger en meer voedsel.

Slide 3 - Tekstslide

Platteland 
  • Om veilig op het platteland te kunnen wonen, zochten veel kleine boeren bescherming bij een grotere boer in de buurt.
  • In ruil voor die bescherming moesten de kleine boeren hun grond afstaan aan de machtige boer.
  • Zo kregen sommige boeren veel grond in bezit: ze werden heer van een domein. 
  • De boeren werden horigen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Domein
  • Bestond uit:
  • (versterkte) boerderij van de heer
  • huizen van boeren
  • een kerk
  • landbouwgrond
  • bossen
  • soms een werkplaats of een molen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Domein
  • 2 delen:
  • Een deel van de grond gebruikte de heer zelf.
  • Op het andere deel woonden boeren die in dienst waren van de heer: horigen.

Slide 8 - Tekstslide

Horigen
  • Waren niet vrij.
  • Mochten niet zonder toestemming van de heer van het domein af.
  • Pacht betalen voor gebruik van het land.
  • herendiensten verrichten. 

Slide 9 - Tekstslide

Herendiensten
  • een of twee dagen per week op het land van de heer werken, bijv. ploegen.
  • hoeve van de heer onderhouden, bijv. hek repareren.

Slide 10 - Tekstslide

Hofstelsel
Dit hele stelsel van heren, horigen en herendiensten noemen we het hofstelsel.

Alles draaide om het hof (de hoeve) van de heer.

Slide 11 - Tekstslide

Vrije boeren
  • Niet alle boeren waren horigen geworden.
  • Sommige boeren waren nog vrij.
  • Zij hadden eigen grond.
  • Als vrije boer moest je verplicht meevechten in het leger van de koning.
  • De wapens moest jezelf betalen.

Slide 12 - Tekstslide

Voorrechten
  • Rechten die een ander niet heeft.
  • Heren hadden voorrechten.
  • Zij hoefden een belasting betalen aan de kerk.
  • En beslisten of een horige mocht trouwen/ domein mocht verlaten.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk? Noem er 1
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Wie was de baas van een domein?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer

Slide 15 - Quizvraag

Waaruit bestond een domein?
timer
0:20
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 16 - Quizvraag

In het hofstelsel:
timer
0:20
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 17 - Quizvraag

Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.

Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een heer

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we de klusjes die de horige moest doen voor de landheer?
timer
0:20
A
Slavenarbeid
B
pacht
C
klusjes
D
herendiensten

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn herendiensten?
timer
0:20
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Gratis op het land van de heer wonen
D
Bescherming geven aan de horigen

Slide 20 - Quizvraag

Deze boer moest veel herendiensten doen en mocht niet van het domein af:
timer
0:20
A
Horige boer
B
Vrije boer

Slide 21 - Quizvraag

Welke plicht had een vrije boer?
timer
0:20
A
In oorlogstijd op het land van de koning werken
B
In oorlogstijd in het leger van de koning vechten

Slide 22 - Quizvraag

Heren hadden voorrechten.
Noem er 1
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 24 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par 3  lezen  en daarna maak je de opdr. van par. 3
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je een begrippenlijst maken van hoofdstuk 4

Slide 26 - Tekstslide