6. Stunde: Besprechung AA, Einführung Verben

Guten Morgen ;)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen ;)

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel
Rangtelwoorden, Artikel

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Schreiben
???

Slide 4 - Tekstslide

S. 69


Help: S. 75 (Schreibecke)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wiederholung


Personalpronomen

Slide 13 - Tekstslide

Read the list of personal pronouns.

Lies die Liste mit den deutschen Pronomen durch.
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie
zij / u

timer
0:45

Slide 14 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 15 - Sleepvraag

Grammatik
werkwoorden in de tegenwordige tijd

Slide 16 - Tekstslide

S. 56

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Na het kijken van het filmpje weten we dat er vaste uitgangen zijn voor iedere persoon:
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en

Slide 19 - Tekstslide

Een ezelsbruggetje om de uitgangen te onthouden:
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
Wanneer je de uitgangen allemaal achter elkaar plakt, krijg je een woord:

E-ST-T-EN-T-EN
FE-E-ST-T-EN-T-EN

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t

Slide 21 - Sleepvraag

Grammatik
werkwoorden in de tegenwordige tijd

Slide 22 - Tekstslide

S. 56

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ver ben je?
A
Ik snap het!
B
Ik begrijp het wel, maar vind het nog een beetje lastig.
C
Ik vind het nog heel erg moeilijk.
D
Ik snap hier helemaal niets van!

Slide 26 - Quizvraag

Hausaufgaben
S. 168 Nr. 1
S. 169 Nr. 1

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide