Start & §7.1 Alles werkt samen

'Paragraaf 7.1 Alles werkt samen'
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

'Paragraaf 7.1 Alles werkt samen'

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Welkom TL4!
Start examenjaar!
LessonUP klas - code emcvy
Teams klas - code etj413a
- Hoe werken we? Leerwerkboek
- Eerste toets wat? H7+H8
- Herkansing eind klas 3? Wanneer? 3 oktober 
Verwachtingen 
Nieuwe stof uitleg : 
 '7.1 Alles werkt samen'
Aan de slag/huiswerk
- Maak deze LessonUp
- Maak de leerwerkboek opdrachten van 7.1
Klassikale afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


Welk hormoon wordt door de bijnieren gemaakt en zorgt voor meer glucose in je bloed. Hierdoor ga je sneller ademhalen en krijg je een hogere hartslag
A
glucagon
B
adrenaline
C
insuline

Slide 3 - Quizvraag

Doel dit jaar

Slide 4 - Tekstslide


Ik ga dit jaar mijn diploma halen!
A
Ja, zeker weten
B
Ja, ik ga ervoor
C
Ja, maar het wordt niet makkelijk
D
Nee, heb er geen vertrouwen in

Slide 5 - Quizvraag


Wat heb je hiervoor nodig?

Slide 6 - Open vraag

1. Hele duidelijke uitleg (begrijp je het niet, dan leg ik het je graag nog een keer uit)
2. Tips voor het leren (staan op de studiewijzer biologie)
3. Motivator - Zit je erbij als een slapende slak, ik breng je weer tot leven!
5. Feedback op je tentamens
6. Rustige klas om in te werken
7. Studiewijzer gevuld met planner
8. Je krijgt een compliment als je het verdient.
9. Gezellig en luisterend oor
Wat kun je van mij verwachten

Slide 7 - Tekstslide

Planning en PTA

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kan uitleggen hoe het lichaam is opgebouwd.
2. Je kan uitleggen hoe cellen aan energie komen.
3. Je kunt uitleggen welke stoffen nodig zijn en hoe je hieraan komt.
4. Je kunt uitleggen welke afvalstoffen er ontstaan en hoe je lichaam ze kwijtraakt.
5. Je kan uitleggen waardoor het glucosegehalte in het bloed altijd gelijk is.
6. Je kan uitleggen wat diabetes is.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Beweging in de slokdarm ...
Peristaltische bewegingen
1
Long
2
Hart
3
Lever
4
Maag maakt maagsap; Dit verteert eiwit.
5
Dikke darm
6
Dunne darm
7
Slokdarm
8
Milt (opstroomstof)
9
Nier 
10
Urineblaas
6
Leer de organen uit je hoofd!!
Het middenrif scheidt de borstholte van de buikholte.

Slide 11 - Tekstslide

mondholte/keelholte
1
slokdarm, hier vindt ook darmperistaltiek plaats
2
maag
3
maagportier
4
twaalfvingerige darm, hier vindt ook darmperistaltiek plaats
5
alvleesklier = hormoonklier, hier worden de hormonen insuline en glucagon geproduceerd. 
6
lever
7
galblaas
8
dunne darm, hier vindt ook darmperistaltiek plaats
9
blinde darm
10
dikke darm, hier vindt ook darmperistaltiek plaats
11
Endeldarm, hier vindt ook darmperistaltiek plaats
12
Zeer belangrijk om te oefenen!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de woorden naar het juiste vakje door van klein naar groot te gaan.
cel

weefsel
organisme
orgaan
orgaanstelsel

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Kun je de reactievergelijking van de verbanding noteren?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


Voor de verbranding hebben je cellen glucose en zuurstof nodig. Hoe komen deze stoffen in je bloed, welk orgaanstelsel zorgt hiervoor?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide


Welke 2 hormonen zorgen ervoor dat het glucose gehalte (hoeveelheid suiker) in het bloed stijgt.
A
glycogeen
B
glucagon
C
insuline
D
adrenaline

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 27 - Sleepvraag

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video


Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme

Slide 32 - Quizvraag


Er is naast het hormoon glucagon nog een manier waarop je glucosegehalte weer kan stijgen. Welke manier?
A
de bijnieren maken het hormoon glucine
B
de bijnieren maken het hormoon adrenaline
C
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon glucine
D
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon adrenaline

Slide 33 - Quizvraag


Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
Zorg dat je deze formule uit je hoofd kent!
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 34 - Quizvraag


In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 35 - Quizvraag


Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 36 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plaats
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus

Slide 37 - Sleepvraag

Aan de slag in de les
1. Maak deze LessonUp 7.1 (vragen) die klaarstaat in de klasLessonUp.
2. Maak de volgende opgaven in je leerwerkboek paragraaf 7.1 + nakijken.

Slide 38 - Tekstslide