LS/STL2 periode 1 les 7 26-10

Les 7
- Je kan in de tegenwoordige tijden de regelmatige werkwoorden in Spaans vervoegen
- Je kunt spreken over een functie binnen een bedrijf.
- Je oefent met zinnen maken.
- Je bereidt je voor op je toets
 Schrijven A1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 7
- Je kan in de tegenwoordige tijden de regelmatige werkwoorden in Spaans vervoegen
- Je kunt spreken over een functie binnen een bedrijf.
- Je oefent met zinnen maken.
- Je bereidt je voor op je toets
 Schrijven A1

Slide 1 - Tekstslide

Opdrachten
MP H2
WB p. 20, op. 7 ,
p. 21, op.  12 
p, 22 op. 13, 14, 15


Slide 2 - Tekstslide

MP TB p. 24
9. Una joven profesional
a. Ana vertelt over haar stage bij een hotel.
Lees de tekst en vul de ontbrekende gegevens in onder de foto.
b. Markeer in de tekst alle activiteiten van Ana. Welke werkswoordvormen ken je al?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

MP TB p. 24
9d. Schrijf aan de hand van de informatie vier zinnen over de tekst: twee zinnen die waar zijn, en twee zinnen die niet waar zijn.

9e. In drietallen. Lees je zinnen voor, de andere moeten zeggen of de zinnen waar of niet waar zijn en corrigeren de onjuiste informatie.


Slide 5 - Tekstslide

MP TB p.25
10a Een nieuwe medewerker van een hotel wordt aan zijn collega voorgesteld. Luister naar het gesprek en verbind de namen met de juiste afdeling en functie.

 
10b Kruis aan wie welke taken heeft en maak zinnen.

Slide 6 - Tekstslide

Verbos -ar
1. (Yo) ___________________(estudiar) en la biblioteca con Paco.
2. ¿(Vosotros) __________________(hablar) español?
3. Finn y Naila ________________(trabajar) en el hotel.
4. ¿(Tú) _________________________(hablar) inglés?
5. Ties _________________________(estudiar) francés.
6. ¿Usted __________________________(bailar) flamenco?
7. Nosotros__________________________ (visitar) Madrid.

1. estudio
2. habláis
3. trabajan
4. hablas
5. estudia
6.baila
7. visitamos

timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Verbos -er
1. Yo ___________________(comer) una naranja.
2. Teun y Eva _________________ (beber) dos cervezas.
3. Annelies  ____________________ (leer) un libro.
4. ¿Vosotros  _________________________(comer) paella?
5.  Karm y yo  _________________________(beber) agua con gas. 
6.  Jace __________________________(barrer) el suelo.
7.¿ Tú ______________________________ (aprender) español?


1. como
2. beben
3. leen
4. coméis
5. bebemos
6. barre
7. aprendes
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Verbos -ir
1. Nosotros ___________________(escribir) una carta.
2. ¿(Vosotros) _________________ (vivir) en Barcelona?
3. Teun  _______________________(aplaudir) para la artista.
4. ¿Dónde  _________________________(vivir) tú?
5. Ellos  _________________________(vivir) en Inglaterra.
6. Eleyna y Martin __________________________(escribir) una carta  a su abuela.


1. escribimos
2. vivís
3. aplaude
4. vives
5. viven
6. escriben
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link