V4 W12

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 2 - Tekstslide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Vokabeln K3 L6 abfragen (5 Min.)
  • Vokabeln K3 L7 besprechen (5 Min.)
  • Machen: 57 und 58 S. 135 (20 Min.)
Ziele
Ich erkenne die Wörter aus Lektion 6 von Kapitel 3.

w.h. Adjektive


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nächstes Mal bei Deutsch...
Examentraining (leestoets toetsweek)

Slide 5 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 6 - Tekstslide

Programm
  • Jojo (5 Min.)
  • Lesetraining (40 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 9 - Tekstslide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Was weißt du noch? (15 Min.)
  • bijvoeglijk naamwoord (15 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Ich kenne die Verben mit festen Fall

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Das ist ein Auto.

Das ist ein rotes Auto.

Das ist ein rotes, schnelles Auto
uitleg

Slide 12 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 1e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
(mijn) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine Großmutter

(mijn lieve) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine liebe Großmutter
vrouwelijke woorden
uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 1e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
(de groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = der grüne Pullover

(mijn groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = mein grüner Pullover
mannelijke woorden
uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord & de 3e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Meine Großmutter hat (haar) Katze eine Jacke gestrickt.
mw +3 v = ihrer Katze

Meine Großmutter hat (haar lieve) Katze eine Jacke gestrickt.
mw +3 v = ihrer lieben Katze
vrouwelijke woorden
uitleg
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 3e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ergänze!
1. Meine alt___ Waschmaschine funktioniert noch, aber ich
brauche einen neu___ Staubsauger.
2. Mein alt___ Bett mit meiner rot___ Decke ist schön, aber
ich möchte auch einen bunt___ Teppich.
3. Mein groß___ Tisch ist sehr schön, aber meine alt___
Lampe möchte ich beim Umzug nicht mehr mitnehmen.

Slide 18 - Tekstslide