Taalverzorging

H2 NN - Taalverzorging
Woordvolgorde in samengestelde zinnen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 NN - Taalverzorging
Woordvolgorde in samengestelde zinnen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Leerdoelen
- Je leert samengestelde zinnen herkennen.
Je leert voegwoorden herkennen. 
Je leert de persoonsvormen en de onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Enkelvoudige zinnen
Om samengestelde zinnen te begrijpen, moet je eerst weten wat enkelvoudige zinnen zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudige zinnen






          Ik zwem in het zwembad.                                                   De fans juichen.

Slide 6 - Tekstslide

enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn zinnen met één persoonsvorm (en één onderwerp).

Bijvoorbeeld:
Gisteren heb ik nasi gegeten bij de Chinees.
Daarvoor hebben we gezellig geschaatst op het IJsselmeer.

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn zinnen met meerdere persoonsvormen en onderwerpen. 
Deze zinnen worden bijna altijd verbonden door een voegwoord

Dit is theorie voor de tweede klas, maar elke brugklasser maakt al samengestelde zinnen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom maak je samengestelde zinnen?
  • Samengestelde zinnen maken een tekst beter en prettiger leesbaar. 
  • Samengestelde zinnen brengen samenhang in een tekst. 



Slide 9 - Tekstslide

Hoe dan?
Dat kun je onder andere doen door enkelvoudige en samengestelde zinnen af te wisselen. 

Enkelvoudige zinnen hebben één persoonsvorm, samengestelde zinnen hebben meer dan één persoonsvorm. Enkelvoudige zinnen zijn daardoor vaak korter dan samengestelde zinnen.

Slide 10 - Tekstslide

DUS
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm en 1 onderwerp

Samengestelde zin = 2 persoonsvormen en 2 onderwerpen 
(of soms zelfs meerdere persoonsvormen en meerdere onderwerpen)


Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je samengestelde zinnen?
Samengestelde zinnen worden samengevoegd via voegwoorden
Kijk maar eens naar het rijtje met voegwoorden en naar de voorbeeldzinnen. 

Slide 12 - Tekstslide

diverse voegwoorden
en, maar, want, of, dus
terwijl, voordat, nadat, zodat, omdat, toen, als, wanneer, hoewel, echter, dat
(enzovoorts)

Slide 13 - Tekstslide

Let op!
Bij voegwoorden en, maar, of, want, dus blijft de woordvolgorde hetzelfde.
Bij andere voegwoorden zoals: als, nadat, omdat, terwijl, en toen verandert de woordvolgorde.

Slide 14 - Tekstslide

Van enkelvoudige naar 
samengestelde zinnen
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord en). 

Slide 15 - Tekstslide

Van enkelvoudige 
naar samengestelde zinnen
Ik ga naar de tandarts. Ik heb kiespijn.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)
Ik ga naar de tandarts, want ik heb kiespijn.
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord want). 

Slide 16 - Tekstslide

Extra oefenen met samengestelde zinnen
Gebruik dan de volgende websites.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Hoe ging het werken voor jou?
A
Goed, ik kon me concentreren en werkte lekker door
B
Niet goed, ik had geen zin en heb mijn best niet gedaan
C
Niet goed, ik wilde wel maar had last van klasgenoten
D
Niet goed, ik begreep de opdrachten en leerstof niet

Slide 21 - Quizvraag

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 22 - Tekstslide