3V - les 22 - STG

3V1/ 3V4 - 2 de noviembre, 2021 - STG
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3V1/ 3V4 - 2 de noviembre, 2021 - STG

Slide 1 - Tekstslide

PW Unidad 5

  • Onregelmatige werkwoorden
  • Getallen t/m 1.000.000
  • Futuro (ir + a + heel ww)
  • Kloktijden
  • Werkwoorden: ser, estar, hay, tener, gustar
  • Regelmatige werkwoorden vervoegen
  • Wederkerende werkwoorden vervoegen

Vrijdag 12 november!

Slide 2 - Tekstslide

Programa

  1. Trabajar en verbos irregulares
  2. Repaso de ESTAR/ HAY/ SER
  3. Repaso de gustar
  4. Deberes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ejercicio 14/ 15/ 16

Slide 5 - Tekstslide

Wat weten jullie nog van SER/ ESTAR/ HAY?

Slide 6 - Woordweb

Ser
Betekenis:  zijn

Gebruik
- vaste eigenschappen. 
- Identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst)
- Tijd, datums, dagen en gebeurtenissen 
- Waarvan iets gemaakt is, iemand zijn eigendom

Slide 7 - Tekstslide

ESTAR
Betekenis: Zijn / zich bevinden

Gebruik: 
- plaatsbepaling
- gevoel, stemming, emotie
- fysieke toestanden 
- uiterlijkheid
Burgelijke staat (getrouwd, gescheiden, overleden, etc.)

Slide 8 - Tekstslide

HAY

Betekenis: er is/ er zijn 

(of in een vraagzin: zijn er/ is er)


Heeft maar 1 vervoeging: Hay


Gebruik:
- hoeveelheden (mucho/a, poco/a, demasiado/a, etc)
- onbepaalde lidwoorden (un, una, unos, unas).


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Gustar
ustar = houden van/ leuk vinden/ lekker vinden

Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN

Ook staat er altijd een meewerkend voorwerp  voor het werkwoord. dit is anders dan bij een wederkerend voorwerp, lees goed de uitleg)

Zie de volgende slides voor het stappenplan voor het vervoegen van dit werkwoord!

Slide 12 - Tekstslide

El verbo gustar (houden van/leuk vinden)
(A mí)                                 me                
(A tí)                                    te
(A él/ella/usted)            le                          gusta      + zelfst. nw. enkelvoud
(A nosotros/-as)           nos                      gusta      + werkwoord
(A vosotros/-as)            os                        gustan    + zelfst. nw. meervoud
(A ellos/-as/uds.)          les

LET OP! de vormen tussen haakjes mag je weglaten. Me, te,se, etc. MOETEN wel altijd gebruikt worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Deberes

Maken: 

Slide 15 - Tekstslide