7.3 - Democratische revoluties

Tijdvak 7 is de tijd van...
A
ontdekkers en hervormers
B
regenten en vorsten
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7 is de tijd van...
A
ontdekkers en hervormers
B
regenten en vorsten
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines

Slide 1 - Quizvraag

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 2 - Quizvraag

Alles voor het volk,
maar niets door het volk past bij...
A
rationeel optimisme
B
democratische revolutie
C
abolitionisme
D
verlicht absolutisme

Slide 3 - Quizvraag

Bij welk denkbeeld van de verlichting past het citaat:
"In geen koninkrijken hebben zoveel burgeroorlogen gewoed als in dat van Christus."


A
Mensenrechten
B
Economische vrijheid
C
Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
D
Godsdienstige verdraagzaamheid

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk denkbeeld van de verlichting past het citaat:
"Het lot van een volk heeft vaak afgehangen van de goede of slechte spijsvertering van de eerste minister."


A
Mensenrechten
B
Volkssoevereiniteit
C
Verstand
D
Godsdienstige verdraagzaamheid

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk denkbeeld van de verlichting past het citaat:
"Men moet altijd handelen volgens een regel waarvan men zou willen dat het een algemene wet is."


A
Mensenrechten
B
Volkssoevereiniteit
C
Verstand
D
Godsdienstige verdraagzaamheid

Slide 6 - Quizvraag

7.3 Democratische revoluties
- Amerikaanse revolutie -

Slide 7 - Tekstslide

kenmerkend aspect
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zag het bestuur er voor de democratische revoluties uit?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het Ancien Regime?

Slide 13 - Open vraag

Welke nadelen had de standenmaatschappij voor de gewone burgers?

Slide 14 - Open vraag

Franse Revolutie (1789-1815)
Bataafse Revolutie (1787-1799)
Amerikaanse Revolutie (1775-1783)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Britse koloniën in de tegenwoordige Verenigde Staten

Slide 17 - Tekstslide

Geen belasting zonder vertegenwoordiging
1763: Britse regering had geld nodig --> meer belasting heffen 
  • Op thee, suiker, glas, postzegels etc. 
  • Dat zorgde voor protesten
  • --> Kolonisten kwam in opstand tegen de Engelsen;
  • 'No taxation, without representation'
  • Geen extra belasting, zonder vertegenwoordiging in het Engelse parlement

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

1773 - Boston tea party
Aanleiding onafhankelijkheidsoorlog

Slide 20 - Tekstslide

1776

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Vrede van Parijs. De Britse delegatie weigerde te poseren voor het schilderij. 

Slide 25 - Tekstslide

Samengevat

Slide 26 - Tekstslide

De ideeën van welke verlichte filosoof lees je terug in de onafhankelijkheidsverklaring?
A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Locke
D
Rousseau

Slide 27 - Quizvraag

De ideeën van welke verlichte filosoof lees je terug in de grondwet?
A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Locke
D
Rousseau

Slide 28 - Quizvraag

De ideeën van welke verlichte filosoof lees je terug in de grondwet?
A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Locke
D
Rousseau

Slide 29 - Quizvraag

De Franse Revolutie (1789-1799) 

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les(sen weet jij:
  • hoe bestuur en samenleving veranderden na de Franse Revolutie
  • wat de Terreur was

Waarbij je de volgende begrippen kent:
  • Grondwet - document waarin de rechten en plichten van burgers staan en het bestuur is geregeld.
  • Grondrecht - het recht van elke burger dat in de grondwet staat, bijv. vrijheid van godsdienst en meningsuiting
  • Franse Revolutie - grote, plotselinge verandering van de Franse samenleving en het bestuur die begon in 1789
  • Terreur - periode in de Franse Revolutie (1793-1794) waarin een kleine groep de macht had door de Fransen met geweld angst aan te jagen (terreur)

Slide 31 - Tekstslide

Eind 18e eeuw had Frankrijk grote problemen. Waarom? 

Slide 32 - Tekstslide

Frankrijk was een echte standensameleving. Hoewel het plaatje een 'eerlijke' verdeling suggereert, maakte de derde stand ruim 95% van de bevolking uit. 
Franse spotprent over de standensameleving. Wat wil de auteur hiermee zeggen? 

Slide 33 - Tekstslide

De crisis van het Ancien Regime
  • Frankrijk heeft geld nodig maar ...
    Alleen de derde stand betaalt belasting.
  • Burgers (die belasting betalen) willen invloed
  • Boeren ontevreden door hoge graanprijzen 
  • Tweede stand (adel) ontevreden, want de koning heeft alle macht. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide


Eed op de kaatsbaan
juni 1789
  • Omdat de 1e en 2e stand steeds tegenstemmen, begint de 3e stand zijn eigen vergadering
  • Doel: het opstellen van een grondwet die geldt voor alle Fransen, o.a. 
  • Afschaffen standensamenleving
  • Constitutionele monarchie (koning gebonden aan grondwet) 
  • Godsdienstvrijheid

Slide 38 - Tekstslide

Bestorming van de Bastille
14 juli 1789
  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een 'gevangenis' én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 39 - Tekstslide

"Het ontwaken van de Derde Stand" is de titel van deze spotprent. Zie hoe adel en geestelijkheid terugdeinzen. Op de achtergrond wordt de Bastille afgebroken.

Slide 40 - Tekstslide