Par. 3: Ruimte voor industrie

Ruimte voor industrie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ruimte voor industrie

Slide 1 - Tekstslide

Par. 3.3: Ruimte voor industrie
Wat leer je?
* Je kent het verband tussen de economische ontwikkeling van een land en de ontwikkeling van de industrie.
* Je kent de vestigingsfactoren voor de industrie.
* je begrijpt waarom bedrijven de productie naar de periferie hebben verplaatst. 

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de Nederlandse industrie?

Slide 3 - Woordweb

Industrie
* Producten worden gemaakt uit grondstoffen
* Zware industrie
    - verwerkt grote hoeveelheden grondstoffen tot half 
      afgewerkte producten
* Lichte industrie
    - bewerkt half afgewerkte producten      
       tot kant-en-klare producten

Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar? De zware industrie bewerkt half afgewerkt producten tot kant- en-klare producten.

Slide 5 - Open vraag

Ontwikkeling in Nederland 
* Vanaf 1850 tot 1960 groeide de industrie
* Arbeiders gaven hun geld uit aan producten
    - hierdoor bleef de industrie groeien
* Infrastructuur groeide mee
    - alle verbindingen om van A naar B te komen
      - (spoor)wegen
      - havens
      - (pijp)leidingen
      - kabels
      - riolering

Slide 6 - Tekstslide

Wat hoort er tot de infrastructuur?
A
havens
B
huizen
C
natuur
D
spoorwegen

Slide 7 - Quizvraag

Waar en waarom daar?
* Vestigingsfactoren
    - arbeid
         - vraag naar en aanbod van werk op de arbeidsmarkt 
        moeten op elkaar aansluiten
    - ruimte
    - grondstoffen
    - infrastructuur
    - afzetmarkt
    - dicht bij de klanten

Slide 8 - Tekstslide

Noem drie vestigingsfactoren.

Slide 9 - Open vraag

Van centrum naar periferie
* Lonen in West-Europa zijn hoog
* Wereldwijde infrastructuur is verbeterd
* Gevolg: vestigingsfactoren in de periferie zijn gunstiger
    - lonen zijn er laag
    - sommige landen:  Speciale Economische Zones (SEZ’s)
         - minder strenge regels

Slide 10 - Tekstslide

Waarom worden fabrieken vaak in de periferie gebouwd?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een voordeel van een SEZ (Speciaal Economische zone)?
A
Er zijn geen importtarieven
B
De lonen zijn erg hoog
C
Minder strenge regels waardoor er goedkoop geproduceerd wordt
D
Deze zones komen in Nederland voor

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Aantrekkelijk Nederland
* Technische industrie bij Eindhoven
    - hoog opgeleide werknemers
    - robots doen mensenwerk
* Haven van Rotterdam
* Voordelen van de EU

Slide 14 - Tekstslide

De haven van Rotterdam is de grootste van ....
A
de wereld
B
Europa
C
Azië
D
het zuidelijk halfrond

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Zelfstandig werken
* 3.3 online maken (ruimte voor industrie)

Klaar?
* Check of je 3.1 en 3.2 af had 
* Maak een start met 3.6 (China) 

Slide 17 - Tekstslide