Havo 4 - leesvaardigheid - signaalwoorden - havo 2016-I tekst 1

Comment lire un texte sans tout comprendre
Leesvaardigheid 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Comment lire un texte sans tout comprendre
Leesvaardigheid 

Slide 1 - Tekstslide

Tips & tricks
Je hoeft niet alles te weten / te begrijpen
om de vraag juist te kunnen beantwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Tips & tricks
Basis:
  • signaalwoorden herkennen & weten wat zij aangeven
  • in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat
  • voorbeelden kunnen herkennen
  • meningen kunnen herkennen 

Slide 3 - Tekstslide

Tips & tricks
Een stapje verder:
  • type vragen herkennen
  • foute antwoorden herkennen
  • een grote woordenschat
  • analytisch kunnen denken 

Slide 4 - Tekstslide

Doel:

Ik word mij bewust van de Franse signaalwoorden (connecteurs) die ik al ken en weet dat zij altijd een verband aangeven.

Slide 5 - Tekstslide

Voeg Nederlandse signaalwoorden toe die je al kent.
Signaalwoorden

Slide 6 - Woordweb

Waarom gebruik je signaalwoorden?

Slide 7 - Open vraag

Signaalwoorden + functie NL
1. benadrukking: in het bijzonder, vooral, zelfs, ...
2. bevestiging: natuurlijk, vanzelfsprekend, inderdaad, ...
3. opsomming: ten eerste, vervolgens, bovendien, ...
4. tegenstelling: toch, echter, ondanks, ...
5. reden / verklaring: omdat, want, daarom, ...

Slide 8 - Tekstslide

Voeg Franse signaalwoorden toe die je al kent.
Connecteurs

Slide 9 - Woordweb

Connecteurs en FR
1. benadrukking: en particulier, surtout, même, ...
2. bevestiging: évidemment en effet, certainement ...
3. opsomming: d'abord, puis, en/de plus, ensuite, ...
4. tegenstelling: pourtant, cependant, malgré...
5. reden / verklaring: parce que, car, c'est pourquoi ...

Slide 10 - Tekstslide

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 11 - Quizvraag

Tegenstellingen

maar - mais / or 
toch - pourtant
daarentegen - par contre
hoewel - bien que
in plaats van - au lieu de

Slide 12 - Tekstslide

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?
A
mais
B
pour
C
pourtant
D
par contre

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 14 - Quizvraag

Samenvatting / Conclusie 

kortom - bref
samenvattend - en résumé
dus - donc / ainsi 
tenslotte - enfin / finalement 

Slide 15 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft geen conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 16 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 17 - Quizvraag

Toevoeging / Aaneenschakeling / Opsomming

en - et
ook - aussi
bovendien - de plus / en plus 
ten eerste - d'abord
dan / vervolgens - puis / ensuite

Slide 18 - Tekstslide

Welk signaalwoord laat niet zien dat je te maken hebt met een opsomming?
A
donc
B
et
C
de plus
D
ensuite

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 
Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
comme
ensuite
alors
d'abord
puis
parce que
bref
cependant

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Link

Zoek de signaalwoorden in tekst 1 en schrijf ze hieronder.

Slide 22 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 23 - Open vraag

Heb je het doel van deze les (bewust worden van de Franse signaalwoorden en hun verbanden) behaald?
A
ja
B
een beetje
C
nee

Slide 24 - Quizvraag

Heb je nog vragen?

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk volgende les
Neem de lijst met signaalwoorden aandachtig door.

Memoriseer de meest voorkomende signaalwoorden (p. 2 + 3)

Zorg ervoor dat je de verschillende categorieën signaalwoorden (connecteurs) kent en van elke categorie twee voorbeelden geven kan.

Slide 26 - Tekstslide