Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zinsleer - herhalen
Zinsleer - herhalen
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsleer - herhalen
Slide 1 - Tekstslide
Kan jij het kapstokschema
van zinsleer nog noteren?
ja
nee
een beetje
grotendeels
Slide 2 - Poll
Probeer het maar!
- Neem een kladblad en een pen.
- Noteer wat je allemaal nog weet over
zinsleer
.
timer
3:00
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
1. pv
2. o
3. hww =>zww of kww?
4. zww = WWG => recept: pv + ...
4. kww = NWG => recept: nwd + wwd
5. lv (niet bij NWG)
6. mv
7. bwb
Slide 5 - Tekstslide
1. pv
2. o
3. hww =>zww of kww?
4. zww = WWG => recept: pv + ...
4. kww = NWG => recept: nwd + wwd
5. lv (niet bij NWG)
6. mv
7. bwb
ja/nee-vraag
Wie/wat + pv?
Wie/wat + pv + o + gezegde?
Aan of voor wie + pv + o + ...?
Wanneer? Waar? Waarmee? ...
Slide 6 - Tekstslide
Kan je me hierover nog eens extra uitleg geven?
Slide 7 - Open vraag
Oefenen maar!
Slide 8 - Tekstslide
Maak een zin met...
een onderwerp
een naamwoordelijk gezegde
Slide 9 - Tekstslide
Maak een zin met...
een onderwerp
een werkwoordelijk gezegde
een lv
Slide 10 - Tekstslide
Maak een zin ...
voor een medeleerling. Test of die verschillende zinsdelen kan aanduiden en correct benoemen.
Slide 11 - Tekstslide
LV en MV
voor G-route
Slide 12 - Tekstslide
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp.
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp? Stel jezelf de juiste vraag!
De kinderen geven oma bloemen.
Slide 14 - Woordweb
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Wie of wat geven de kinderen =
bloemen
Slide 15 - Tekstslide
Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp
De voetbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op het bord.
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een film
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp
Mijn laptop
heb
ik
gisteren
aan Joey
uitgeleend.
Slide 19 - Sleepvraag
gegeven?
dat
Waarom
heb
je
hem
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 21 - Sleepvraag
Het meewerkend voorwerp
Geeft aan voor wie iets bestemd is
1. Noteer het onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp.
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
3. Controleer of je aan (voor) kunt weglaten of toevoegen.
Slide 22 - Tekstslide
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
Aan/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp = mv
Aan wie/
Voor wie
+
gezegde
+
meewerkend voorwerp
onderwerp
=
+
lijdend voorwerp
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp? Stel jezelf de juiste vraag!
De kinderen geven oma bloemen.
Slide 24 - Woordweb
Meewerkend voorwerp
Vaak werkwoorden die iets
* vertellen, uitleggen, zeggen, ...
* geven, sturen, overhandigen, ....
Tip!
Bij het meewerkend voorwerp moet je de woorden 'aan' of 'voor' toe kunnen voegen of weg kunnen laten.
Slide 25 - Tekstslide
Even checken...
Heb je het begrepen?
Slide 26 - Tekstslide
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
A
aan/voor wie + pv + o +lv?
B
aan/voor wie + o + lv?
C
aan/voor wie + wwg + o +lv?
D
aan/voor wie + wwg + lv?
Slide 27 - Quizvraag
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp in een zin te vinden?
A
zin vragend maken
B
wie / wat + pv?
C
wie / wat + o + gezegde?
D
aan wie / voor wie? + wwg + o + lv
Slide 28 - Quizvraag
Wat is het mv?
Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.
A
voor de jarige
B
de jarige
C
alle aanwezigen
D
een vrolijk welkomstlied
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het mv?
'De jongen schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.'
A
De jongen
B
een liefdesbrief
C
aan zijn vriendin
D
Er is geen meewerkend voorwerp
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het mv?
'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp
Slide 31 - Quizvraag
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Zinsleer - herhaling
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
24 days ago
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhalen tot LV/MV
May 2025
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingsles Juni - Zinsontleding
24 days ago
- Les met
43 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
March 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T21 - Zinsleer: herhaling
October 2023
- Les met
47 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
S01 - De zinsdelen
September 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs