De 4 wijzen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: historische gebeurtenis
2. Fleur: oedipuscomplex
3. Fran: zoektocht
4. Melissa: briefvorm

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: Vlaamse roman
2. Fleur: experimentele roman
3. Fran: avonturenroman
4. Melissa: oorlogsroman

Wie spreekt de waarheid?

Oskar ...

1. Febe: ... doet uitvindingen. (in medias res)
2. Fleur: ... vindt de doodsoorzaak. (post rem)
3. Fran: ... zit op café met zijn mama. (post rem)
4. Melissa: ... is op de begrafenis van zijn vader. (in medias res)

Wie spreekt de waarheid?

Oskar ...

1. Febe: ... krijgt een visioen.
2. Fleur: ... vindt een sleutel in een vaas.
3. Fran: ... vindt een sleutel in zijn vaders slaapkamer.
4. Melissa: ... krijgt een laatste sms van zijn vader.

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: gebruik superlatieven
2. Fleur: schrijffouten
3. Fran: verjaardag + Blacks
4. Melissa: kinderachtige tekeningen

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: naar boven springende man
2. Fleur: inktwisser
3. Fran: lege brieven
4. Melissa: aansteker

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: zoektochten afgelopen (gesloten)
2. Fleur: schim (open)
3. Fran: lichaam van vader gevonden (gesloten)
4. Melissa: niets wijzer geworden (open)

Wie spreekt de waarheid?

aanslagen op de WTC-torens en ... 

1. Febe: ... de varkensoorlog
2. Fleur: ... de oorlog in Beieren
3. Fran: ... de oorlog in Dresden
4. Melissa: ... de Vietnamese oorlog

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: Oskar is slechthorend en slechtziend.
2. Fleur: laatste woorden vader
3. Fran: oorlog is dichtbij
4. Melissa: Oskars hoorziekte (Labyrinthitis)

Wie spreekt de waarheid?

1. Febe: afwisseling verteller & vorm (kennisachterstand)
2. Fleur: autistische wereld (kennisachterstand)
3. Fran: vader in WTC-torens (kennisvoorsprong)
4. Melissa: politieverslag (kennisvoorsprong)