3e klas H3.2 Chili beeft

Welk gebergte is dit?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welk gebergte is dit?

Slide 1 - Tekstslide

Het Andesgebergte: gemiddelde hoogte > 4.000 m, veel aardbevingen en werkende vulkanen  



Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaan gebergtes?

Slide 3 - Open vraag

 Platentektoniek

Slide 4 - Tekstslide

Hoe is het Andes gebergte
(in Zuid Amerika) dan ontstaan?

Slide 5 - Tekstslide

Subductie bij het  Andesgebergte

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Kaart

Convergente plaatbeweging
Wat zie je?  
Aardplaten botsen tegen elkaar

Wat gebeurt er?
Omdat de oceanische plaat zwaarder is duikt deze plaat onder de continentale plaat. Dit noem je subductie.

Wat zijn de gevolgen hiervan?
Er ontstaan: aardbevingen, vulkanen, gebergtes, troggen en stuk van de plaat smelt


Slide 8 - Tekstslide

Convergentie 1: Continent tegen continent
Daar waar een continentale korst botst tegen een andere continentale korst ontstaan gebergtes. De platen zijn even zwaar en (voor een groot deel) te licht om de mantel weer in te duiken. Hierdoor plooit de korst en ontstaat er een gebergte. Daarom noemen we dit een plooiingsgebergte. Voorbeelden van zulke gebieden zijn de Himalaya (waar India op Azië botst), de Alpen (waar Italië op Europa botst) en de Pyreneeën (waar Spanje tegen Frankrijk botst. Door de botsing ontstaan er hier zware aardbevingen. In het filmfragment op de volgende dia is een botsing tussen twee continenten te zien. 
De Alpen gezien vanuit de ruimte. Hier kun je goed zien dat de alpen zijn geplooid. In het zuidoosten zie je Italië goed liggen.
De platen botsen hier. 
Door de botsing plooit het gebergte.

Slide 9 - Tekstslide

Convergentie 2: Oceaan - Continent
Als een oceanische korst botst met een continentale korst heeft dat hele andere gevolgen. De oceanische korst is zwaarder dan de continentale korst. Bij een botsing zakt de zwaardere oceanische korst de mantel weer in. Dat de oceanische korst de mantel in duikt noemen we subductie. Door de botsing ontstaan er zware aardbevingen. Ook hier ontstaan gebergtes, vulkanen en een trog.
Een trog (zie in de afbeelding "trench") is de grens tussen de beide platen. Hier ontstaan de meest diepe gebieden van de oceaan. In een van de volgende dia's gaan we hier dieper op in.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe is het Andes gebergte
(in Zuid Amerika) dan ontstaan?

Slide 11 - Tekstslide

Aardbevingen

Slide 12 - Tekstslide






Aardbevingen
- Hoe ontstaan ze?
- Hoe worden ze gemeten?

Slide 13 - Tekstslide

Aardbeving of zeebeving
Maakt locatie van een aardbeving uit?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waarom kijken we naar Chili?
- veel aardbevingen
- zwaarste aardbeving ooit 

Slide 16 - Tekstslide

3.2 Chili beeft

Slide 17 - Tekstslide

Welke aardbeving is volgens jou de grootste ooit geweest?


A
Jaar 1960
B
Jaar 1939

Slide 18 - Quizvraag

Schaal van Richter
Kracht van aardbeving wordt
aangegeven met de
schaal van Richter

Slide 19 - Tekstslide

Schaal van Richter

Slide 20 - Tekstslide

hypocentrum
  • plek waar de aardbeving begint
  • bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • recht boven de bron van de aardbeving.
  • zwaarste aardbevingen komen hier voor

Slide 21 - Tekstslide

Schaal van Richter
Schaal van richter

Slide 22 - Tekstslide

Richter

Slide 23 - Tekstslide

In hoeverre kun je een aardbeving voorspellen?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Link

Seismisch gat

Slide 26 - Tekstslide

Seismisch gat
  • Ontlading spanning
  • Het niet ontladen gebied is het seismisch gat.


Slide 27 - Tekstslide

Seismisch gat?
  • Seismisch gat: Als in een gebied al een lange tijd geen aardbeving is geweest en in de omliggende gebieden wel.

  • Een aardbeving verlicht de druk op een bepaald punt. Maar niet alle gebieden kennen even vaak aardbevingen.

Slide 28 - Tekstslide

Zwaarte van aardbevingen
Veel aardbevingen zijn zo licht dat je ze niet eens voelt. 
Een aardbeving duurt seconten tot een aantal minuten. 

- De druk die is opgebouwd. 
- Soort plaatbeweging. 
- Diepte van het hypocentrum. 


Slide 29 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen van H3.2?

je kan beschrijven en verklaren:

1. waarom Chili vaak wordt getroffen door zware aardbevingen
2. wat er gebeurt bij subductie van een oceanische plaat
3. hoe het Andesgebergte is gevormd

Slide 30 - Tekstslide

Oefentoets H3.2 Chili beeft

Wat moet je kennen en kunnen?
beschrijven en verklaren:
- waarom Chili vaak wordt getroffen door zware aardbevingen
- wat er gebeurt bij subductie van een oceanische plaat
- hoe het Andesgebergte is gevormd

Begrippen:
Theorie: aardbeving, breuk, continentale plaat, convergentie, epicentrum, magma, naschok, oceanische plaat, plooiingsgebergte, schaal van Richter, seismisch gat, seismoloog, subductie, trog, tsunami
Basisboek: aardbeving, breuk, continentale plaat, convergentie, divergentie, epicentrum, hoogtegordel, hypocentrum, oceanische plaat, plooiingsgebergte, reliëf, subductie, transforme beweging, trog

Slide 31 - Tekstslide

Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Mantel
Magma
Platen
Kern
Convectiestroom
Lava
Dikke laag onder de aardkorst, bestaande uit heet gesteente.
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lava, maar dan onder de grond.
Stukken aardkorst waarop de continenten en oceanen liggen.
Binnenste van de aarde: een grote ijzeren kogel van meer dan vijfduizend graden Celsius.
Drijvende kracht achter de platentektoniek: warme magma komt omhoog, stuit op de aardkorst en stroomt opzij.
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt.

Slide 32 - Sleepvraag

Convergentie
Divergentie
Transform

Slide 33 - Sleepvraag

mid-oceanische rug
divergentie
trog
subductie

Slide 34 - Sleepvraag

Wat gebeurt er bij subductie?
A
Twee oceanische platen bewegen uit elkaar.
B
De continentale plaat duikt weg onder de oceanische plaat.
C
Een oceanische plaat en een continentale plaat bewegen langs elkaar.
D
De oceanische plaat duikt onder de continentale plaat.

Slide 35 - Quizvraag

Subductie is altijd convergentie. Maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Sleep de omschrijving naar de juiste plek (let op: ze zijn ongelijk verdeeld!
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug

Slide 37 - Sleepvraag

Hooggebergtes ontstaan door
A
divergentie
B
transforme plaatbeweging
C
convergentie
D
vulkanisme

Slide 38 - Quizvraag

Hypocentrum
Epicentrum

Slide 39 - Sleepvraag

Wat meet je met de schaal van Richter?
A
de kracht van een tsunami
B
de kracht van een aardbeving
C
de kracht van een vulkaan
D
de kracht van de sterkste ijsbeer op aarde

Slide 40 - Quizvraag

De schaal van Richter gaat van
A
1 tot 5
B
1 tot 10
C
1 tot 12

Slide 41 - Quizvraag

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Video


Maak van H3 paragraaf 2   opdrachten 1 t/m 7
(4 en 8 hoeven niet)

Plenda, volgende les:
M (AK): H3.2 opdr 1 t/m 7 
Klaar? 
- Maak een samenvatting van H3 par 2 
- Maak de oefenvragen in deze Lessonup (zie Classroom)
- toetsweek: AK SO H3 par 2+3


Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/do/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 44 - Tekstslide

Volgende les:
- Na de vakantie: Kijken hoe deze "bergen" onstaan -->
- herhalen en oefenen van H3.2 en H3.3 

Slide 45 - Tekstslide