P 5 spotprenten koude oorlog

§ 5 spotprenten verandering
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§ 5 spotprenten verandering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les heb je geoefend met spotprenten en kan je de boodschap in enkele spotprenten "lezen"

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we vandaag doen?

  • Oefenen met spotprenten
  • Filmje kijken
  • Opdrachten maken
  • Samenvatting
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Definitie spotprent: 
Komisch bedoelde afbeelding van personen of gebeurtenissen waarin vaak commentaar gegeven wordt (niet met woorden maar met beeld)

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan spotprenten

1. over welke tijd gaat de prent?

2. wat zie je op de prent? ( mensen, figuren, symbolen, dieren, bijschrift?)

3. Wat weet je over de tekenaar?

4. Met welke gebeurtenis of ontwikkeling heeft de tekening te maken?

5. Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen?

Slide 5 - Tekstslide

Spotprent analyse
  • Welke boodschap geeft de maker van de prent?

  • De vraagtekens verduidelijken enkele beeldelementen.
Hier zie je een rode ijsberg. Rood is de kleur van het communisme! De hamer en sikkel zijn symbolen van de communistische SU.
Hier zit 'Uncle Sam'. Deze persoon staat altijd symbool voor de Verenigde Staten.
We zien hier een typisch Amerikaans schip, de Titanic. Dit schip zou zogenaamd onverwoestbaar zijn, maar kwam in 1912 in aanvaring met een ijsberg en zonk. Het schip komt in deze tekening bijna in aanvaring met een 'communistische' ijsrots. Waar waarschuwt de tekenaar voor? Verwerk dit in je antwoord! 
Hier zie je allemaal landen die communistisch werden. Ze worden als grafstenen afgebeeld. Wat wil de tekenaar hiermee zeggen denk je? Verwerk dit in je antwoord!

Slide 6 - Tekstslide

Aan welke kant stond de tekenaar van deze prent?
A
Van de Russen
B
Van de Amerikanen
C
Van niemand (onpartijdig)
D
Van de communisten

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
Bom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
Bom op Hiroshima
D
Operatie Market - Garden

Slide 10 - Quizvraag

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 11 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 12 - Quizvraag


Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog

Slide 13 - Quizvraag

Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.

Slide 14 - Quizvraag

Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?

De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.

Slide 15 - Quizvraag

De belangrijkste instelling van de Verenigde Naties heet de Veiligheidsraad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 17 - Quizvraag


Welke historische gebeurtenis herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
De Japanse aanval op Pearl Harbor
B
De Amerikaanse invasie tijdens de Cubacrisis
C
De Bevrijding van Amsterdam
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn

Slide 18 - Quizvraag


Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Sovjetunie
D
Vietnam

Slide 19 - Quizvraag

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijheid
onderdrukking

Slide 20 - Sleepvraag

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.

Slide 21 - Quizvraag

We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland (mei 1945)
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan (augustus 1945)
D
het aftreden van Churchill (augustus 1945)

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Over welk conflict gaat dit?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Over welk Koude oorlog conflict / begrip gaat de spotprent
Berlijnse muur
wapen
wedloop
Cuba 
Crisis
ijzeren
gordijn
Blokkade van Berlijn

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Gorbatsjovs ideeën


Glasnost en Perestrojka

Slide 31 - Tekstslide

Eind goed, al goed?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Maken:
Paragraaf 5: opdracht 1 t/m 6

Slide 34 - Tekstslide

Terugkoppeling
- Hoe kan je de boodschap uit een sportprent halen?

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
Paragraaf 5 af

Slide 36 - Tekstslide

Filmpjes om thuis te kijken.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video