Maak onderscheid tussen genetische drift en genenstroom in termen van:
(a) hoe ze voorkomen (b) hun gevolgen voor de toekomstige genetische variatie in een populatie.
(a) Hoe ze voorkomen:
Genetische drift: Dit is een willekeurig proces dat vooral invloed heeft in kleine populaties. Het kan bijvoorbeeld optreden door toevallige gebeurtenissen zoals natuurrampen of als slechts enkele individuen zich voortplanten.
Genenstroom: Dit gebeurt wanneer individuen (of hun gameten, zoals pollen of zaden) migreren tussen verschillende populaties en daarbij nieuwe allelen introduceren in de genenpool van een andere populatie. Het gaat om de uitwisseling van genetisch materiaal tussen populaties.
(b) Gevolgen voor toekomstige genetische variatie:
Genetische drift: Dit kan leiden tot een afname van genetische variatie, omdat willekeurige processen sommige allelen volledig uit de populatie kunnen verwijderen, vooral in kleine populaties.
Genenstroom: Dit verhoogt de genetische variatie in een populatie doordat nieuwe allelen van een andere populatie worden geïntroduceerd. Het kan populaties genetisch gelijker maken aan elkaar.