3.4 Wat als er geen werk is?

3.4 Wat als er geen werk is?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.4 Wat als er geen werk is?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • Lesdoelen
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Lesdoelen evalueren 

Slide 2 - Tekstslide

Bart is 16 jaar. Hij werkt 5 uur per week in de supermarkt. 

Het wettelijk minimumloon bedraagt €14,50 per uur. 

Hoeveel verdient hij minimaal ?
21 jaar en ouder
100%
20 jaar
80%
19 jaar
60%
18 jaar
50%
17 jaar
38,5
16 jaar
34,5%

Slide 3 - Tekstslide

Femmy werkt 36 uur in de kinderdagopvang. Wat voor soort baan heeft Femmy?
A
Voltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Deeltijdbaan

Slide 4 - Quizvraag

Nettoloon
Brutoloon: €2.100          Inhoudingen: €258



Brutoloon: €1.560          Inhoudingen: €94

Slide 5 - Tekstslide

Agrarische sector
Industriële sector
Dienstverlenende sector
Landbouwbedrijf
veehouderij
Docent
Supermarkt
Snackbar
Schoenenfabriek
Schoenenfabriek

Slide 6 - Sleepvraag

Manon heeft een contract voor onbepaalde tijd. Wat voor soort baan heeft Manon?
A
Deeltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Tijdelijke baan

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les kun je in eigen woorden omschrijven wat ontslag is en wat de gevolgen zijn.
  • Aan het einde van deze les weet je wanneer iemand werkloos is.
  • Aan het einde van deze les kun je een lijndiagram aflezen en tekenen.
  • Aan het einde van deze les weet je wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.

Slide 8 - Tekstslide

Je baan stopt
Einde van je arbeidsovereenkomst 
  • Zelf ontslag nemen          bv. ander werk
  • Ontslag krijgen           bv. geen werk meer, je baas is niet tevreden

Opzegtermijn
  • Tijd vanaf het moment dat je ontslag                                                          krijgt/neemt en de einddatum van je baan


Slide 9 - Tekstslide

Zonder werk
Werkloos            Als er geen werk voor je is, maar je kunt wel werken.
  • Je hebt geen baan.
  • Je bent tussen de 15 jaar en de pensioensleeftijd.
  • Je bent actief op zoek naar werk.
  • Je kunt meteen beginnen als er een baan voor je is.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken 3.4 Wat als er geen werk is?
Opdracht 1 t/m 9 (Blz. 94 t/m 97)
Tijd: 10 minuten
Hoe? in stilte
Klaar? nakijken
Dan klaar? herhalingsopdrachten blz. 105 opdr. 14 t/m 15
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Werkloos en dan?

Veranderingen als je werkloos bent
  • Minder geld te besteden
  • Minder regelmaat in je leven
  • Mist contacten met collega’s
  • Voelt je sneller nutteloos

UVW
  • Bepaalt of je recht hebt op een WW-uitkering
  • Helpt bij het vinden van een nieuwe baan


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken 3.4 Wat als er geen werk is?
Opdracht 10 t/m 14 (Blz. 98 t/m 99)
Tijd: 10 minuten
Hoe? Op fluistertoon met je buurman/vrouw
Klaar? nakijken
Dan klaar? herhalingsopdrachten blz. 105 opdr. 16
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer stop je met werken na een ontslag?
A
Direct
B
Na 1 maand
C
Na 1 week
D
Na 2 maanden

Slide 16 - Quizvraag

Wat doet het UWV?
A
Zorgt dat jij een WW-uitkering krijgt als je daar recht op hebt.
B
Helpt met het zoeken naar een nieuwe baan
C
Zorgt ervoor dat je weer aan het werk komt
D
Geeft je geld zodat je in je basisbehoeften kunt voorzien

Slide 17 - Quizvraag

Op welke twee manieren kan er een einde komen aan een arbeidsovereenkomst?

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel WW-uitkeringen waren er in december meer dan in maart.

Slide 19 - Open vraag

Weektaak/ huiswerk
3.4 Wat als er geen werk is?
  • Opdr. 1 t/m 14
  • Blz. 94 t/m 99

Slide 20 - Tekstslide