Schrijven van een betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

lj 5

  Schrijven van een betoog

Waar denk je aan
bij een betoog?

Standpunt vs. stelling

Zit er een verschil tussen een standpunt en een stelling? Zo ja, wat is het verschil?

Stelling/standpunt

S: Nederland moet meer hulp bieden aan vluchtelingen

(wel eens, niet eens)

SP: Ik vind dat Nederland meer hulp moet bieden aan vluchtelingen/Daarom moet ... (mening)

Welke soorten standpunten zijn er?

1. standpunt voor (contant geld moet blijven)
2. standpunt tegen (contant geld moet niet blijven)
3. standpunt van twijfel (ik weet niet zeker of...) 

Standpunt formuleren

Formuleer je standpunt altijd positief --> 

dus geen negatie (ontkenning) erin

Voorbeeld:

Contant geld moet afgeschaft worden i.p.v. contant geld moet niet blijven. 

Argumentatie 

Hoe heet dit type argumentatie?

Hoeveel soorten argumentatiestructuren zijn er?

2

3

4

5

De soorten

enkelvoudig

nevenschikkend onafhankelijk

nevenschikkend afhankelijk

onderschikkend

Inleiding, kern, slot

Inleiding: twee functies

Kern: start met je kernzin (dus je argument) + signaalwoord, uitleggen, illustreren (a.d.h.v. voorbeeld) SExI of AUB

Slot: conclusie

Wat zijn de functies van de inleiding?

Inleiding

1. aandacht trekken (bijv. d.m.v. anekdote, actualiteit, geschiedenis, belang voor de lezer etc.)

2-. onderwerp introduceren

-. standpunt noemen (bij andere tekstsoorten: tekstopbouw aankondigen

NOEM GEEN ARGUMENTEN

Kern

Drie argumenten voor. Vervolgens een tegenargument met weerlegging en die noem je als laatste. Weerleggen maakt je betoog sterker. Gebruik de juiste signaalwoorden. Maak van elk argument een nieuw alinea. Sla telkens een regel over. 

Conclusie 

Je betoog eindigt met een conclusie die de argumenten uit de hoofdtekst samenvat en daarop reflecteert.

Hier verschijnen geen nieuwe argumenten of bewijzen. Je laatste zin is een goede afsluitende zin, oftewel een uitsmijter.

Gebruik een signaalwoord om je conclusie te starten. Let op: in conclusie is geen goed Nederlands. 

Verder:

Let op spelling, formulering en interpunctie. 

Zorg voor voldoende samenhang binnen en tussen alinea's.

Start telkens met je kernzin

Gebruik signaalwoorden.

Stel van tevoren een argumentatiestructuur op waarin geen overlap voorkomt. Spreek jezelf ook niet tegen.

Gebruik geen drogredenen.

Zorg voor een eenduidig standpunt met goed onderbouwde argumenten.