Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

10 min lezen

Planning van vandaag

- Herhaling woordsoorten

- Uitleg zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

- Zelfstandig werken

Wat is het olw in deze zin:
Op de markt heb ik een mooi tas gekocht.

1. Op
2. de
3. heb
4. een

Welk woord is een zn in deze zin:
Op de markt heb ik een mooie tas gekocht.

1. de
2. markt, tas
3. ik
4. heb gekocht

Welk woord is een bn in deze zin:
Op de markt heb ik een mooie tas gekocht.

1. Op
2. ik
3. mooie
4. heb gekocht

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Je leert te herkennen of een werkwoord een zelfstandig werkwoord is of een hulpwerkwoord.

Zelfstandig werkwoord

afk= zww

Als je de werkwoorden uit de zin haalt, dan is dit het belangrijkste werkwoord. Vaak staat deze achterin in de zin.

Voorbeeld: Zij hebben fietsen gestolen.

Wat is het zww in de volgende zin:
Marcus zwom naar de kant.

1. Marcus
2. zwom
3. naar
4. kant

Wat is het zww in de volgende zin:
Kiki ging varen op zee.

1. ging
2. varen
3. op
4. zee

Hulpwerkwoord

Afk= hww

Vrij simpel: heb je het zww of het kww gevonden? De andere werkwoorden in de zin zijn de hulpwerkwoorden!

Let op: bij zinnen met meer werkwoorden is de persoonsvorm een hww.

Wat zijn de hww in de volgende zin:
Hij heeft mij met de troep laten zitten

1. heeft, troep
2. heeft, laten
3. laten, zitten
4. heeft, zitten

Wat is het hww in de volgende zin:
Anna is niet erg geduldig geweest

1. is
2. niet
3. geduldig
4. geweest

Aan de slag

Huiswerk:

Cursus 5 grammatica

§6 zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Opdracht 2, 3 en 6

(Blz. 214, 215)