*Begrijpend lezen H4, vwo 1

Begrijpend lezen H4
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen H4
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze lessenserie kun je: 
- tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
- chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden herkennen in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Populairste sport in de VS

Honkbal is voor Amerika volkssport nummer één. 
Het is een typisch Amerikaanse uitvinding. Het spel is geïnspireerd op slagsporten. Het Engelse cricket is een slagsport. De spelregels werden in 1845 bedacht door de Amerikaan Alexander Cartwright. Hij speelde het spel met collega's van de vrijwillige brandweer. De sport werd een rage. De eerste officiële wedstrijd werd gespeeld. 

Slide 3 - Tekstslide

Populairste sport in de VS

Honkbal is voor Amerika volkssport nummer één. 
Dat komt doordat het een typisch Amerikaanse uitvinding is. Het spel is geïnspireerd op slagsporten, zoals het Engelse cricket. De spelregels werden in 1845 bedacht door de Amerikaan Alexander Cartwright. Hij speelde het spel met collega's van de vrijwillige brandweer, maar al snel werd de sport een rage.  Een jaar na de uitvinding werd de eerste officiële wedstrijd gespeeld. 

Slide 4 - Tekstslide

Snorkelen is mijn favoriete hobby, daarnaast houd ik van lezen.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 5 - Quizvraag

Snorkelen is mijn favoriete hobby, daarnaast houd ik van lezen.
Aan welk signaalwoord herken je het opsommende verband?

Slide 6 - Open vraag

In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 7 - Quizvraag

In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
Aan welk signaalwoord herken je het tegenstellende verband?

Slide 8 - Open vraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 9 - Quizvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers.
Aan welk signaalwoord herken je het chronologische verband?

Slide 10 - Open vraag

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 11 - Quizvraag

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
Aan welk signaalwoord herken je het toelichtend verband?

Slide 12 - Open vraag

Chronologisch verband
Een chronologisch verband beschrijft de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
vroeger - later - nu - eerst - daarna - vervolgens - nadat - terwijl - dadelijk - intussen - binnenkort 
Jaartallen en data

Slide 13 - Tekstslide

Opsommend verband
In een opsommend verband worden zaken achter elkaar opgenoemd.

Bijbehorende signaalwoorden: 
ten eerste - ten tweede - om te beginnen - bovendien - ook (nog) - verder - tenslotte - en - niet alleen...(maar) ook
liggende streepjes - puntjes en getallen

Slide 14 - Tekstslide

Tegenstellend verband
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd.

Bijbehorende signaalwoorden:
maar - tegenover - daarentegen - toch - echter - hoewel - ofschoon - ondanks dat - aan de ene kant...aan de andere kant

Slide 15 - Tekstslide

Toelichtend verband
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
bijvoorbeeld - zo - als - zoals - denk nou - neem nou 

Slide 16 - Tekstslide

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord ECHTER?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord BINNENKORT?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 18 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord ZOALS?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 19 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord BOVENDIEN?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht 
Blz. 102 - 107
 Maak opdracht 1, 2, 3 en 5 

Slide 21 - Tekstslide