Het dagboek van Felix les 1

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verhaal of Dagboek
We beleven de avonturen van Felix door de ogen van de verteller

Slide 2 - Tekstslide

zaterdag, 3 februari 1945
 ‘Felix, breng jij de schilderijtjes en bonnen zo weg?’ Felix loopt naar pap achter zijn schildersezel. ‘Ik ga zo.’ Op de ezel staat een schilderij met de kerktoren van Garderen, een boerderij en een kale boom. Pap maakt dit soort werkjes voor de mensen uit de dorpen in de buurt. Ze zijn er dol op. Felix brengt ze rond op de fiets en ruilt de schilderijtjes en bonnen voor eten en melk. Laat hem maar koerier spelen en met Elsje houthakken in het bos. Dan kan hij tenminste wat betekenen en voelt hij de knagende honger niet zo. ‘Voorzichtig ermee.’ Pap pakt het schilderijtje van de ezel en geeft nog wat werk mee. 
Felix stapt op zijn fiets en rijdt langs de wei naar het bos. Bij boer Bunt in Stroe ruilt hij een schilderijtje voor een fles melk, kaas en aardappels. Dan fietst hij door naar meneer Van Harten voor wat vlees en havermout. Die woont nu in een kippenhok omdat zijn eigen huis kapotgebombardeerd is. Hij maakt vaart. Boven hem cirkelen opnieuw vliegtuigen. Alleen nog het schilderij met de kerktoren afleveren. Net wil hij de grote weg op fietsen, als er een vliegtuig omlaag duikt. Hij twijfelt geen seconde, smijt zijn fiets weg en springt in een schuilgat. Het bos zit er vol mee. 

Slide 3 - Tekstslide

Het eerste vliegtuig laat twee bommen vallen. Zandwolken stijgen op en kluiten zand en scherven vallen naast hem neer. Hij knijpt zijn ogen stijf dicht en houdt zijn handen voor zijn oren, terwijl boven hem de motoren brullen en de kogels knetteren en knallen. Dit was het dan, denkt hij. Dit was het leven van Felix Valk. Een tweede vliegtuig duikt omlaag. Hij gluurt over de rand van het gat. Het vliegtuig komt recht op hem af. Een Spitfire, hij ziet de piloot zitten. Op dit moment haat hij de Engelsen. 
Als het vliegtuiggeloei weer weg is, klimt Felix uit de kuil. Hij schudt het zand uit zijn haren. Zijn fiets is kapotgeschoten en hij rent met zijn tas met bonnen en eten het bos in, langs verlaten, scheefgezakte karretjes van mensen die ook op voedseltocht waren. Na uren lopen is hij eindelijk thuis en pakt hij zijn tas uit. De bonnen en aardappels zijn aan flarden en er zit een gat in de kaas. Een granaatscherf heeft paps schilderijtje doorboord en heeft ook de kerktoren getroffen. Met trillende handen houdt hij het schilderijtje vast en gluurt door het kogelgat waar de blauwe lucht zich niks aantrekt van de oorlog. Hij is door het oog van de naald gekropen.

Slide 4 - Tekstslide

Het dagboek heeft een ander perspectief dan het verhaal

Slide 5 - Tekstslide

In het dagboek gebruikten we ook verschillende werkwoordstijden. Waarom?

Slide 6 - Tekstslide

Je eigen dagboek
Aan de hand van het verhaal over Felix maken jullie een eigen dagboekfragment. Je schrijft het dagboek alsof je Felix bent.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe doe je dat?
Stel je voor dat jij Felix bent. Het is zaterdagavond 3 februari 1945. Je schrijft in je dagboek wat je die dag hebt meegemaakt. In een dagboek doe je niet alleen verslag van wat je die dag hebt meegemaakt, maar schrijf je ook je gevoelens en gedachten op. Je gevoelens en gedachten schrijf je in de tegenwoordige tijd en de gebeurtenissen van die dag schrijf je in de verleden tijd. Omdat het een dagboek is, schrijf je natuurlijk in de ik-vorm.

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt bijvoorbeeld zo beginnen:
Ik ben moe van deze oorlog! Ik heb zo’n honger, mijn maag doet er pijn van.
Pap vroeg vanmiddag of ik schilderijtjes en bonnen voor hem weg wilde brengen, ik moest ze bij de boeren ruilen voor eten en melk.

Slide 9 - Tekstslide

Maar hoe zag dat echte dagboek er nu uit?

Slide 10 - Tekstslide