Oefenvragen. 3B voortplanting

oefen en herhaal
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

oefen en herhaal

Slide 1 - Tekstslide

oefen en herhaal
Basisstof 1 
voortplantingsstelsel van de man

Slide 2 - Tekstslide

vorming van sperma
de teelballen maken zaadcellen, er worden continu nieuwe zaadcellen gemaakt, miljoenen per dag
In de bijballen worden de zaadcellen opgeslagen
De zaadleiders vervoeren de 
zaadcellen bij een zaadlozing 
via de urinebuis naar buiten


Slide 3 - Tekstslide

vorming van sperma
De zaadblaasjes en de prostaat voegen 
vocht toe aan de zaadcellen
De zaadblaasjes voegen 
ook voedingsstoffen toe aan 
de zaadcellen, deze voedingsstoffen 
zijn voeding voor de zaadcellen
sperma = zaadcellen + vocht + voedingsstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Zaadcellen zijn groter dan eicellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Drie delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn:
de urinebuis,
een zaadleider
een zwellichaam.
Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?

A
urinebuis
B
zaadleider
C
zwellichaam

Slide 6 - Quizvraag

Waaruit bestaat sperma?
A
voedingsstoffen + zaadcellen
B
zaadcellen + vocht + voedingsstoffen
C
vocht + zaadcellen
D
zaadcellen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is F
A
balzak
B
blaas
C
prostaat
D
zaadblaasje

Slide 8 - Quizvraag

Wat is I?
A
teelbal
B
bijbal
C
prostaat
D
zaadblaasje

Slide 9 - Quizvraag

wat is J
A
teelbal
B
bijbal
C
prostaat
D
blaas

Slide 10 - Quizvraag

oefen en herhaal
Basisstof 2 
voortplantingsstelsel van de vrouw

Slide 11 - Tekstslide

In het lichaam
De eierstokken maken eicellen deze 
 liggen in follikels in de eierstokken 


Alle follikels zijn al gevormd voordat een meisje geboren wordt. 
Deze kunnen rijpen vanaf de puberteit tot aan de overgang. 
Na de overgang rijpen er geen eicellen meer, daardoor zijn vrouwen na de overgang onvruchtbaar!



Slide 12 - Tekstslide

Rijpen van een follikel
In de eierstok zitten follikels in ruststand. Een follikel is een soort blaasje met eicel erin. Deze neemt vocht op = rijpen.
Eens in de 4 weken barst 1 follikel  open 
Dit is de eisprong of ovulatie
Daarna verschrompelt de 
follikel uit de overblijfselen 
vormt zich het gele lichaam

Slide 13 - Tekstslide

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 14 - Quizvraag

Welk nummer geeft de eierstokken weer?
A
5
B
3
C
7
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de naam van 1
A
baarmoeder
B
eileider
C
eierstok
D
vagina

Slide 16 - Quizvraag

Waar vindt bevruchting van de eicel plaats?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eierstok
D
Eileider

Slide 17 - Quizvraag

ongesteld zijn
A
masturbatie
B
ovulatie
C
menstruatie
D
erectie

Slide 18 - Quizvraag

wat is de eisprong
A
het bevruchten van de eicel
B
het ontstaan van de eicel
C
Het vrijkomen van de eicel
D
het afsterven van de eicel

Slide 19 - Quizvraag

Sleep naar de goede plaats
Clitorus
Vagina
Plasgaatje
Vagina opening
Eierstok met eicel
Baarmoeder
Eileider

Slide 20 - Sleepvraag

Teelballen
Eierstokken
Zaadcel
Eicel
Productie 1000en per minuut
Ovulatie
één per 4 weken
Mannelijk
Vrouwelijk
Groot
Kan bewegen

Slide 21 - Sleepvraag

oefen en herhaal
Basisstof  4/5 geslachtscellen hormonen en menstruatie


Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?

Slide 23 - Tekstslide

hypofyse --> Hormoon
Hypofyse
eierstokken
teelballen
oestrogeen
testosteron

Slide 24 - Tekstslide

Menstruatiecyclus: 

Slide 25 - Tekstslide

waar worden vrouwelijke geslachtshormonen gemaakt?
A
eierstokken
B
eileider
C
baarmoeder

Slide 26 - Quizvraag

waar worden mannelijke geslachtshormonen gemaakt?
A
prostaat
B
teelballen
C
zaadblaasjes

Slide 27 - Quizvraag

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 28 - Quizvraag

baarmoederslijmvlies groeit
eisprong
rijpen eicel
menstruatie

Slide 29 - Sleepvraag

eisprong
menstruatie
rijpen eicel

Slide 30 - Sleepvraag

eisprong
eicel rijping
innesteling
celdeling
bevruchting

Slide 31 - Sleepvraag

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand

Slide 32 - Sleepvraag

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 33 - Quizvraag

oefen en herhaal
Basisstof  
de geboorte


Slide 34 - Tekstslide

De fases van de geboorte

Slide 35 - Tekstslide

Ontsluiting
• Door weeën gaat de baarmoedermond open
• Vruchtvliezen breken

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

In welke fase van de bevalling starten de weeën?
A
Uitdrijving
B
Ontsluiting
C
Nageboorte

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een stuitligging?
A
Het kontje komt eerst naar buiten bij de bevalling
B
Het hoofdje komt eerst naar buiten bij de bevalling

Slide 39 - Quizvraag



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 40 - Quizvraag

Waarmee eindigt een bevalling?
A
uitdrijving
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
een baby

Slide 41 - Quizvraag

Tijdens welke fase van de bevalling wordt een baby geboren?
A
Indaling
B
Uitdrijving
C
Ontsluiting
D
Nageboorte

Slide 42 - Quizvraag

Vruchtwater
Baarmoeder
Navelstreng
Placenta

Slide 43 - Sleepvraag

Zet in onderdelen van de bevalling in de juiste volgorde.
uitdrijving
ontsluiting
nageboorte
1
2
3

Slide 44 - Sleepvraag

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 45 - Sleepvraag

oefen en herhaal
Basisstof  7
SOA's 


Slide 46 - Tekstslide

Chlamydia is een seksueel overdraagbare aandoening.
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Alle soa's op een rij
Chlamydia (pijn vocht, < vrb)
Gonorroe (druiper)
Herpes genitalis (pijnlijke plekjes)
Hepatitis B (moe, spieren, botten bloed)
Syfilis (zweertjes, later ook zenuwstelsel)
Genitale wratten 
Schaamluis
Trichomonas (pijn, irritatie, vocht)
HIV/AIDS (dodelijk, geen afweer)
HPV (bloed afscheiding, wratten, kanker)

Slide 48 - Tekstslide

Wat zijn soa's?

Slide 49 - Tekstslide

Welke voorbehoedsmiddel(len) helpen niet tegen soa's?
A
Condoom
B
Vrouwencondoom
C
Spiraaltje
D
De pil

Slide 50 - Quizvraag

Geboorteregeling
voorbehoedsmiddelen
anticonceptiemiddelen
=
geboorteregeling

Wat zijn de 2 bekendste voorbehoedsmiddelen van Nederland?

Slide 51 - Tekstslide

Noodmaatregelen
  • Morning-afterpil (voorkomt innesteling) tot 2 dagen
  • Abortus (afbreken zwangerschap)

- Abortuspil: tot 7 wk
Zuigcurettage (vacuum tot 12 wk)
- Late abortus: tot 22 weken

Slide 52 - Tekstslide

oefen en herhaal
einde

Slide 53 - Tekstslide