Tussentaal

Tussentaal
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DutchHoger onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Tussentaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat is 'tussentaal', denk jij?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

6

Slide 4 - Video

00:11
Wat betekent 'rap'?
A
Zonder klagen
B
Zonder lawaai
C
Snel

Slide 5 - Quizvraag

00:18
"Meneer moet precies nog ergens zijn?"
Wat betekent 'precies' in deze zin?
A
Zonder twijfel
B
Op een andere plaats
C
Ik heb de indruk dat

Slide 6 - Quizvraag

00:22
"Da's geen probleem. Dan steken wij een tandje bij."
Wat betekent 'een tandje bijsteken'?
A
Stoppen met praten
B
Sneller werken
C
Iemand helpen

Slide 7 - Quizvraag

00:32
"'t Is nogal friskes, hé, voor de tijd van't jaar."
Wat betekent 'friskes'?
A
Niet zo warm
B
Vochtig
C
Druk

Slide 8 - Quizvraag

00:42
"En dan, gast?"
Wat betekent 'gast'?
A
Een jonge man
B
Een bakker
C
Een bezoeker

Slide 9 - Quizvraag

01:18
"Ik kuis dit wel efkes op."
Wat betekent 'opkuisen'?
A
Iets schoonmaken
B
Iemand wegbrengen
C
Iets in orde brengen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

4

Slide 12 - Video

00:08
Wat is de relatie tussen DDT en Pol?

Slide 13 - Open vraag

00:27
Waarom krijgt Pol een cadeautje?

Slide 14 - Open vraag

00:50
"Hij heeft serieuze ambras met Doortje".
Wat betekent 'ambras'?
A
Hij heeft ruzie met Doortje.
B
Pol en Doortje hebben geldproblemen.
C
Doortje zit in de problemen.

Slide 15 - Quizvraag

01:01
"Doortje wilt trouwen, maar ik zie dat nog niet direct zitten."
Wat betekent 'het niet zien zitten'?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video