7 mei vervolg poëzielessen + uitleg presentatie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

7 mei Poeziëlessen

Mavo 2 periode 4 

week 31 2e les (7 mei)

Welkom 

plattegrond: 

Planning

Lezen: Wojtek H.13 vanaf blz.68

Agenda (hw.bespreken/noteren)

Startopdracht: voordracht 

Vervolg poëzie 

Uitleg presentatie opdracht

~pauze~

Zelfstandig aan de slag

Afsluiting

Volgende lessen 13 en 14 mei: 

Diataaltoets. Laptop + eigen leesboek mee! 

 Huiswerk :

Voorbereiden presentatie 'gedicht voordragen'

Uiterlijk 26 mei: gedicht mailen. 

27 en 28 mei: presentaties. 

 VOOR IN DE AGENDA: 

Ik ga nog een gedicht voordragen.

Dat gaan jullie over een paar weken ook doen.

Ik heb nu het gedicht 'Vuilniszakken van Viktor Vroomkoning' gekozen. 

Ik heb het gedichtje gekozen, omdat ik het eind verrassend vond. 

Huiswerk check✓

Nakijken en bespreken werkblad 

'poëzie vragen over rijm bij het gedicht Raad'. 

Vuilniszakken

Zoals ze daar 's morgens

op de stoep tegen elkaar aan

geleund warmte zoekend

in hun plastic jassen

staan te wachten, grijs,

vormeloos, vol afgedankt

leven, tegelijk broos

en weerloos. Je zou ze

Viktor Vroomkoning

Vuilniszakken

weer naar binnen willen

halen, je ouders

wachtend op de bus

Gedichten zoeken

pinterest

instagram

straatpoëzie

tiktok

youtube

www. gedichten.nl

www.1001gedichten.nl

gedichtenbundels

www.poëzieweek.nl

www.schoolderpoezie.nl

Presenteeropdracht "gedicht voordragen"

1. Zoek een gedicht van minstens 5 regels of ministens 10 regels voor een tweetal.

2. Zet het in een PowerPoint of Word document met een passend plaatje erbij. Noteer ook titel en de schrijver. 
4. Mail het uiterlijk 26 mei naar [e-mail]
5. Bereid de voordracht voor. (let op stemgebruik/verdeel het gedicht).
6. Draag het gedicht op 27 / 28 mei voor in de klas. (voor in het lokaal, uit je hoofd, de klas ziet het gedicht met plaatje op het digibord). 

1. Zoek een gedicht (minstens 4 of 8 regels) 

2. Zet het in een PowerPoint of Word document.

3. Zoek er een passend plaatje bij. 

4. Mail het naar [e-mail] 

5. Bereid de voordracht voor. (let op stemgebruik/verdeel het gedicht)

6. Draag het gedicht voor in de klas. (voor in het lokaal, uit je hoofd, de klas ziet het gedicht op het digibord). 

 "gedicht voordragen"

 presentaties: 27 en 28 mei. 

• > Vertel waarom dit gedicht jullie aansprak.
• > Noem voordat je begint de titel en de dichter. 
• > Je draagt het gedicht voor voorin de klas en uit je hoofd. 

1. Zoek een gedicht (minstens 4 of 8 regels) 

2. Zet het in een PowerPoint of Word document.

3. Zoek er een passend plaatje bij. 

4. Mail het naar [e-mail] 

5. Bereid de voordracht voor. (let op stemgebruik/verdeel het gedicht)

6. Draag het gedicht voor in de klas. (voor in het lokaal, uit je hoofd, de klas ziet het gedicht op het digibord). 

~pauze~

Aan het werk

                         Luister naar het gedicht:  

Trek een kaartje en bedenk er een antwoord op. 

Schrijf jullie antwoord in gedichtvorm op (minimaal 6 regels)

Begin met Allereerst: .... 

Daarna: .....

"Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt"

Wat gebeurde er met je tijdens het luisteren? Wat raakte je? Of wat ergerde je? (schrijf kort op)

Wat zie je voor je? Welk beeld krijg je in je hoofd?

Lees het gedicht nog een keer voor.

Gedicht lezen 

Lees met je groepje het gedicht, bijv. om de beurt een strofe.  

Iedereen onderstreept de voor

hem/haar belangrijkste versregel(s). 

Zoek daarna op je laptop naar een beeld 

wat je bij het gedicht vindt passen. 

Kies gezamenlijk één kernregel en één plaatje. 

Zet dit in een document en noteer de namen van 

het groepje eronder. Mail naar: [e-mail] 

Nadenken over het gedicht

> hoe zou je kunnen zien dat dit een gedicht is? 

> is er sprake van rijm? Zo ja, waar? 

> welke regel vind je leuk/gek/anders klinken? 

    Waarom dan? 

Beantwoord na de pauze  

de vragen van het blad: 

Werkblad over het gedicht

Beantwoord de vragen van het blad op een GSR-blad. 

Lever je antwoordenblad in. 

Aan het werk

Werk aan je presentatieopdracht 'gedicht voordragen'. 

In tweetallen? Geef je namen door. 

Afsluiting

Check de doelen bij jezelf: 

1. Ik weet wat eindrijm is. 
2. Ik heb verschillende gedichten beluisterd. 
3. Ik kan nadenken over de inhoud van een gedicht. 
4. Ik heb geluisterd naar een voordracht. 

Volgende les: 13 en 14 mei

Diataaltoets. Laptop + eigen leesboek mee!