H2 - leerdoel 4: Casa/Habitación



4. Casa /Habitación
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



4. Casa /Habitación

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig om deze LessonUp af te ronden en de leerdoelen van "casa/habitación" te behalen?

1: VOCA: de woordjes van Casa/Habitación (blz 4-5)
2: GRM: werkwoorden "ser/estar/hay" en het bijvoeglijk naamwoord (om te beschrijven)
3: Zinnen om jouw huis/kamer te beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

1
2
3
4
5
el salón
la cocina
el baño
la habitación
el comedor

Slide 3 - Sleepvraag

2

Slide 4 - Video

01:50
¿Cómo es su salón? Hoe is zijn woonkamer?
A
Es muy grande y luminoso
B
Es pequeño, pero bonito
C
Es feo, pero bastante barato
D
Es bastante grande y ruidoso

Slide 5 - Quizvraag

02:26
¿Por qué es su casa tan especial?
Waarom is zijn huis zo bijzonder?
A
Zijn huis is midden in het bos
B
Zijn huis is milieuvriendelijk
C
Zijn huis is gemaakt van hout/bomen
D
Zijn huis is het oudste huis van Spanje

Slide 6 - Quizvraag

3

Slide 7 - Video

00:26
¿Cómo es su casa?
A
Haar huis is best mooi
B
Haar huis is best ver van school
C
Haar huis is modern
D
Haar huis is best wel groot

Slide 8 - Quizvraag

00:46
¿Qué significa eso?
Wat betekent dat? (pasillo)
A
Kamer
B
Gang
C
Badkamer
D
Zolder

Slide 9 - Quizvraag

01:42
¿Qué hay en la habitación del hermano?
Ze benoemt 6 dingen: heb je de zes begrepen? Schrijf zo veel je kunt in het Nederlands.

Slide 10 - Open vraag

Mi casa
¡Ahora tu casa!
¿Cómo es tu casa? (hoe is jouw huis)¿Dónde está tu casa? (waar is jouw huis)¿Qué hay en tu casa? (wat is er in jouw huis) (schijf in hele zinnen over tu casa in het Spaans)

Slide 11 - Tekstslide

Vul aan over jouw huis:
Mi casa es ....... (+ bijvoeglijk nw)

Slide 12 - Open vraag

Vul aan over jouw huis:
Mi casa está...... (+in + plek)

Slide 13 - Open vraag

Vul aan over jouw huis:
En mi casa hay.... (+ zelfstandige nw)

Slide 14 - Open vraag

¿Qué hay en tu habitación?
(noem 5 dingen/meubels)

Slide 15 - Woordweb

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... al lado del baño
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 16 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... bonita y moderna
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 17 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:
En mi habitación ... una cama, un escritorio y un póster de Shakira
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 18 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... de color rosa
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 19 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:
En mi escuela ............. un patio
A
es
B
está
C
hay

Slide 20 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:
Mi escuela ......... grande.
A
es
B
está
C
hay

Slide 21 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:
Mi escuela ............. en Vleuten.
A
es
B
está
C
hay

Slide 22 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:
En mi escuela ........ muchos alumnos.
A
es
B
está
C
hay

Slide 23 - Quizvraag

Gramática: het bijvoeglijk naamwoord

Mi cama es ...
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 24 - Quizvraag

Gramática: het bijvoeglijk naamwoord

Mi armario es...
A
rojo
B
roje
C
rojas
D
rojos

Slide 25 - Quizvraag

Gramática: het bijvoeglijk naamwoord

Mi habitación es ...
A
amarillo
B
amarille
C
amarilla
D
amarillos

Slide 26 - Quizvraag

¡Ahora tu habitación!
¿Cómo es tu habitación? ¿Dónde está? ¿Qué hay? (schijf in hele zinnen in het Spaans)

Slide 27 - Open vraag