wk 6: correcte zakelijke mail + wederkerend/wederkerig vnw, vr.vnw, aanw.vnw 2N

Lezen in je leesboek (les 1)
timer
5:00
Uitleg wederkerend en wederkerig voornaamwoord
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lezen in je leesboek (les 1)
timer
5:00
Uitleg wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we bij schrijven doen?
Je weet hoe een zakelijke mail is opgebouwd
Je kunt zelf een correcte zakelijke mail typen
Je kunt een tekst beoordelen op taalverzorging

Slide 2 - Tekstslide

Mail beoordelen
Je hebt een zakelijke mail naar een reisbureau gestuurd. Samen met de klas stellen we weer 6 kijkpunten op waar we de mail op gaan beoordelen.

Beoordeel de mail van klasgenoten.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeldmail
Ga naar: drive --> schrijven --> opzet mail

Ter voorbereiding op je toets raad ik je aan dit document nog een keer te bestuderen.

Slide 4 - Tekstslide

Waar moet jij nog even goed op letten ter voorbereiding op de toets?

Slide 5 - Open vraag

Welke vragen heb je nog over de 2-toets schrijven? Heb je geen vraag dan noteer je een X

Slide 6 - Open vraag

Opdracht in tweetallen
Ga naar: drive --> schrijven --> tekst verbeteren

Voor een opdracht van muziek heeft Vincent een interview met een deelnemer aan een pianowedstrijd gehouden. Hij heeft zijn aantekeningen verwerkt tot een verslag. Hij heeft veel lange zinnen gemaakt. Ook zijn niet alle zinnen goed opgebouwd. Verder staan er foute verwijswoorden in de tekst. 
Verbeter de tekst en geef je verbeteringen een kleur.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we bij grammatica doen?
  • Huiswerk nakijken + vragen stellen
  • Basiskennis woordsoorten  + zinsdelen checken
  • wederkerend en wederkerig voornaamwoord uitleggen 
  • Je leert het vragend en aanwijzend voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken
  • opdr 11 blz. 23 +
  • opdr 16 blz. 26
  • Vragen over oef B in drive?

Maken
  • opdr 17 blz. 27 (alleen 1a, 1b, 1c)
  • Bekijk de dia's over het vragend en aanwijzend voornaamwoord
  • opdr 8 blz. 75 (alleen 1 t/m4)
  • opdr 9 blz. 76






Wat niet af is, wordt huiswerk:

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken
  • opdr 13 blz. 24
  • Vragen over oef B in drive?

Maken
  • opdr 16 blz. 26
  • opdr 7 blz. 74
  • opdr 8 blz. 75
  • Bekijk de dia's over het vragend en aanwijzend voornaamwoord + maak aantekening in je schrift
  • Drive: (blok 1 t/m 3) opdracht aanwijzend voornaamwoord + vragend voornaamwoord beide t/m zin 7 maken + nakijken





Wat niet af is, wordt huiswerk:

Slide 11 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • De naam zegt het al een beetje. Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets aan.


  • Deze, die, dit en dat, zulke, zo"n 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vragend voornaamwoord
Er zijn er maar 4:
  1.  Wie
  2. Wat 
  3. Welk(e)
  4. Wat voor (een)
      Deze woorden staan bijna altijd aan het begin van een vraagzin

Slide 14 - Tekstslide