2tc h1.3 + h1.2 herhaling

timer
3:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les leren?
- Je kunt met een percentage een getal uitrekenen. H1.2
- Je kunt uitleggen hoe consumentenorganisaties jou als consument kunnen helpen. H1.3
- Je weet hoe de overheid jou als consument help met regels in de wet. H1.3
- Je weet wat je hebt aan garantie h1.3


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan wij deze les doen?
- Herhaling 1.2                                                 3 minuten
- Instructie over korting berekenen      5 minuten 
- Opdrachten maken + nakijken              7 minuten 

- H1.3 sta sterk als consument                10 minuten   11:00
- Opdrachten maken/nakijken                 10 minuten
- Afsluiten                                                          5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet jij nog van
de vorige les?

Slide 4 - Woordweb

Wat is sociale beïnvloeding?
A
Bedrijven die jou beinvloeden om iets te kopen
B
Familie en vrienden die jouw koopgedrag beïnvloeden
C
De krant die jou beinvloedt
D
Tv series

Slide 5 - Quizvraag

Wat is commerciële beïnvloeding?
A
Invloed van familie en vrienden op wat jij koopt
B
Budget
C
Het consumeren van goederen en diensten
D
Invloed van winkeliers + fabrikanten op wat jij koopt

Slide 6 - Quizvraag

De vakkenvuller vult bij.

Is dit een dienst of een goed?
A
dienst
B
goed

Slide 7 - Quizvraag

diensten zijn tastbaar (je kunt het aanraken)
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

1.2 Waarom koop je dat?

Bedrag= percentage : 100 x totaal

Rekenen met procenten:
  1. Maak van de vraag een som
  2. Maak van het percentage een decimaal getal. Deel het door 100.
  3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.
    In de uitverkoop kun je een shirt van € 45 kopen met 30% korting. Hoeveel korting is dat?
    30% van € 45 = ...
    1
    30% = 30 : 100 = 0,3
    2
    0,3 x € 45 = € 13,50
    3

    Slide 9 - Tekstslide

         zelfstandig bezig
    Maak opdracht 26, 27 en 28 
    blz 15
    26 bespreken
    Klaar? Vraag om het nakijkboekje en ga verder naar blz 34
    timer
    5:00

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    H1.3 Sta je sterk als consument?
    Blz 16



    Slide 14 - Tekstslide

    1.3 Sta je sterk als consument? 
    Consumentenorganisaties:
    Vergelijkend warenonderzoek:
    Test waarin producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken
    Consumentenorganisaties:
    Organisaties die de consument steunen. Bijvoorbeeld de Consumentenbond.

    Slide 15 - Tekstslide

    Vergelijkend warenonderzoek 

    • = Producten vergelijken met elkaar

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Video

    Vergelijkend warenonderzoek

    Slide 18 - Tekstslide

    Zijn er wetten daarover?

    Slide 19 - Tekstslide

    1.3 Sta je sterk als consument? 
    Wetten die de consument helpen:
    • recht op: deugdelijk product
    • warenwet: product mag niet schadelijk zijn voor je gezondheid -> controle door NVWA

    Deugdelijk product:
    Een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat

    Slide 20 - Tekstslide

    0

    Slide 21 - Video

    1.3 Sta je sterk als consument? 
    Garantie:
    • de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is.
    • binnen EU: minimaal 2 jaar garantie op elektronische apparaten.
    • let op: niet voor normale slijtage of fouten van jezelf!

    Slide 22 - Tekstslide

    Zelfstandig werken 
    Blz 16 
    Maak 29 t/m 42
    Klaar? Nakijkboekje pakken

    Snap je iets niet? lees de tekst in het boek eerst. Daarna hand omhoog.
    timer
    10:00

    Slide 23 - Tekstslide

    Quizz

    Slide 24 - Tekstslide

    Wat zijn consumenten?
    A
    Mensen die eten
    B
    bedrijven die producten en diensten verkopen
    C
    sparen
    D
    mensen die goederen en diensten kopen

    Slide 25 - Quizvraag

    1. Voor wie is de consumentenbond ?
    A
    de winkelier
    B
    de consument
    C
    een onderzoeksbureau
    D
    de fabrikant

    Slide 26 - Quizvraag

    Wat doet de consumentenbond?
    A
    Bemiddelen bij ruzies en conflicten
    B
    Politieke partijen steunen
    C
    Onderzoek naar beste producten/diensten
    D
    Alle antwoorden zijn juist

    Slide 27 - Quizvraag

    Welke van de onderstaande organisaties doen vergelijkend warenonderzoek?
    A
    De hema
    B
    De Consumentenbond
    C
    De Makro
    D
    de Albert Heijn

    Slide 28 - Quizvraag

    Wat is een deugdelijk product?
    A
    Een product wat niet deugd
    B
    Een product wat door de consumentenbond gecontroleerd is
    C
    Een product wat met commerciële beïnvloeding verkocht wordt
    D
    Een product wat met normaal gebruik niet stuk hoort te gaan

    Slide 29 - Quizvraag

    Wat is het resultaat van een vergelijkend warenonderzoek?
    meerdere antwoorden zijn goed
    A
    Wat de beste koop voor mij is
    B
    Wat het beste product is
    C
    Het vertrouwen in de consumentenbond
    D
    Wat de garantie op een product is

    Slide 30 - Quizvraag

    Wat hoort bijelkaar?
    product met gezond en veilig zijn
    Controleert of producten gezond en veilig zijn
    Product doet waar het voor gemaakt is en heeft een bepaalde levensduur
    Deugdelijk product
    NVWA
    Warenwet

    Slide 31 - Sleepvraag