V1A 10/05/2017

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

au programme

Comment tu t'appelles?

les verbes: aller, prendre et faire (+ cartes en couleur)

au travail!

cahier 3A

aller (gaan)

1. je vais = ik ga
   
2. tu vas = jij gaat
   
3. il/elle/on va = hij/zij/men gaat (of: wij gaan)
   
4. nous allons = wij gaan
   
5. vous allez = jullie gaan/u gaat
   
6. ils vont = zij gaan
   

prendre (nemen)

1. je prends = ik neem
   
2. tu prends = jij neemt
   
3. il/elle/on prend = hij/zij/men neemt (of: wij nemen)
   
4. nous prenons = wij nemen
   
5. vous prenez = jullie nemen/u neemt
   
6. ils prennent = zij nemen
   

faire (maken, doen)

1. je fais = ik maak, doe
   
2. tu fais = jij maakt, doet
   
3. il/elle/on fait = hij/zij/men maakt, doet (of: wij maken, doen)
   
4. nous faisons = wij maken, doen
   
5. vous faites = jullie maken, doen/u maakt, doet
   
6. ils font = zij maken, doen
   

au travail!

cahier 3A

les devoirs

à faire pour demain: le cahier 3A
à faire pour mecredi prochain: les exercices 26 t/m 34 (grammaire)