Nieuwsbegrip Kamerverkiezingen
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat weet je al over de Tweede Kamer verkiezingen?
Slide 14 - Woordweb
Wanneer zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer?
A
15 maart
B
18 maart
C
15 april
D
10 mei
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
175 leden
B
150 leden
C
200 leden
D
100 leden
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel partijen doen er aan de verkiezingen mee?
A
30
B
10
C
28
D
48
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een lijsttrekker?
A
Een partij
B
De belangrijkste persoon van een partij
C
De koning
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent discussiëren?
A
Met elkaar zingen
B
Ruzie met elkaar maken
C
Met elkaar praten
Slide 19 - Quizvraag
Wat is campagne voeren?
A
Stemmen
B
Reclame maken
Slide 20 - Quizvraag
In welk jaartal zijn de verkiezingen begonnen?
A
1848
B
1884
C
1995
D
2001
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel mensen zijn er in Nederland ?
A
16 miljoen
B
Ruim 16 miljoen
C
18 miljoen
D
Ruim 17 miljoen
Slide 22 - Quizvraag
Wat geldt er in de tweede kamer ?
A
De minister president heeft alle macht
B
Meeste stemmen gelden
C
De koning heeft alle macht
D
Iedereen moet het met elkaar eens zijn
Slide 23 - Quizvraag
A
Slide 24 - Quizvraag
A
