ECO 3GT MRN P4L10 H8
1 / 17
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het tegenovergestelde van handelsbelemmeringen is:
A
importquota
B
invoerrechten
C
vrijhandel
D
globalisering
Slide 2 - Quizvraag
Wat is NIET goed voor de internationale concurrentiepositie van NL?
A
De EU is een interne markt
B
NL heeft een goede infrastructuur
C
Werknemers in Nederland verdienen relatief veel
D
NL heeft zich gespecialiseerd in oa chipmachines en efficiënte landbouw (internationale arbeidsverdeling)
Slide 3 - Quizvraag
Een bedrijf dat in meerdere landen tegelijk gevestigd is en in meerdere landen producten verkoopt heet...
A
Een handelsonderneming
B
Een International
C
Een multinational
D
Een grootbedrijf
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noem je het als China een maximum aantal auto's mag exporteren naar NL? Dan doet NL aan..
A
Contingentering
B
Exportverbod
C
Exportsubsidie
D
Importquota
Slide 5 - Quizvraag
Exportsubsidie
Invoerrechten
Importverbod
NL wil geen tomaten uit Marokko
NL wil meer tomaten naar Marokko exporteren
Wil je naar NL tomaten exporteren, dan moet je betalen aan de grens
Slide 6 - Sleepvraag
Nationaal inkomen=
A
Het gemiddelde loon van een land
B
Het loon van de meeste mensen in een land
C
Het inkomen van alle inwoners opgeteld
D
Het hoogste inkomen van een land
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het exportpercentage van een land?
A
importwaarde - exportwaarde : 100%
B
Exportwaarde ÷ nationaal inkomen x 100%
C
importwaarde ÷ exportwaarde x 100%
D
Exportwaarde ÷ 100%
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een open economie?
A
Een land met veel import en weinig export
B
Een land met veel export en weinig import
C
Een land met weinig import en export
D
Een land met veel import en export
Slide 9 - Quizvraag
Waarom heeft NL een open economie?
A
NL heeft veel import
B
NL heeft veel export
C
NL heeft veel wederuitvoer
D
NL heeft veel handelsbelemmeringen
Slide 10 - Quizvraag
Waarom heeft Nederland een goede internationale concurrentiepositie?
A
Goede infrastrcutuur
B
Lage lonen
C
Goed onderwijs
D
Hoge prijzen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een vorm van protectionisme?
A
Exportsubsidie
B
Contingentering
C
Invoerverbod
D
Importquota
Slide 12 - Quizvraag
Ik wil een laptop die in de VS is gemaakt. De dollarkoers is gestegen, dus de laptop is waarschijnlijk...
A
Even duur gebleven
B
Goedkoper geworden
C
Duurder geworden
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je alle landen die met de euro betalen?
A
De Europese Unie
B
Een vrijhandelszone
C
Protectionisme
D
De Europese Monetaire Unie
Slide 14 - Quizvraag
Wat klopt NIET?
Interne market heeft vrij verkeer van...
Interne market heeft vrij verkeer van...
A
Machines
B
Kapitaal
C
Goederen en diensten
D
Personen
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn vreemde valuta?
A
Dat zijn producten die we importeren
B
Dat is de koers van een munt
C
Dat is het geld waarmee in niet-EMU landen betaalt wordt
D
Dat is geld dat er gek uitziet
Slide 16 - Quizvraag
Wat is internationale arbeidsverdeling
A
Het werk wordt gedaan in het land dat er goed in is
B
Het werk wordt gedaan in een land waar de grondstoffen zijn
C
Het werk wordt over zoveel mogelijk landen verdeeld
D
Er is veel import en export uit andere landen
