par 2. Pauselijk hof

Pauselijk hof
Hoofdstuk 4, paragraaf 2
V4 periode 4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Pauselijk hof
Hoofdstuk 4, paragraaf 2
V4 periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

3. Welk aspect van het humanisme is NIET kenmerkend voor de Renaissance?
A
Aandacht voor de ontwikkeling, educatie en capaciteiten van de individuele mens.
B
Herwaardering van de kennis en cultuur van de Grieken en Romeinen.
C
Het ideaal van de homo universalis, de mens die brede kennis koppelt aan vaardigheden op allerlei gebieden.
D
De mens is ondergeschikt aan God.

Slide 3 - Quizvraag

4. Hoe kon de renaissance zich eind 15e eeuw zo snel verspreiden?
A
De uitvinding van de boekdrukkunst leidt tot snelle verspreiding van informatie en ideeën en beelden.
B
De infrastructuur was enorm verbeterd in Europa
C
Mensen waren klaar met de middeleeuwen en toe aan vernieuwing
D
De macht van de katholieke kerk nam af

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

5. David heeft zowel een politieke betekenis. Wat is deze?
A
Religieus: David verwijst naar een verhaal uit de Bijbel. De betekenis is dat de grote dappere held overwint en de dwerg wordt verslagen: het kwade overwint het goede.
B
Politiek: de rustige en krachtige weergave van David symboliseert de strijd van de bewoners van Florence, die zich bevrijd voelen van de verdreven De’ Medici.
C
Religieus: David verwijst naar een verhaal uit de Bijbel. De betekenis is dat je rustig moet afwachten tot God je te hulp schiet: het is in Zijn handen.
D
Politiek: De grootte van David staat symbool voor de wereldlijke macht die de kerk op dat moment heeft

Slide 6 - Quizvraag

6. Leg uit waarom het boek van Vasari uit 1550 over Renaissance kunstenaars goed past in de tijd

Slide 7 - Open vraag

7. Wat is GEEN kenmerk van een renaissancekunstenaar?
A
Kunstenaars volgen de regels en voorbeelden uit de klassieke oudheid.
B
Kunstenaars zijn veelzijdig, zij beheersen meerdere (kunst)disciplines.
C
Kunstenaars gaan altijd achter financieel gewin aan, meer dan achter persoonlijke ontwikkeling en uitdaging
D
Kunstenaars hebben gratie en goede manieren.

Slide 8 - Quizvraag

8. Wat is GEEN expertise van Leonardo DaVinci?
A
wetenschapper
B
kunstenaar
C
uitvinder
D
arts

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

9. Hoe zie je dat dezelfde uitgangspunten gebruikt zijn voor de verhoudingen?
A
Beiden kiezen voor een vormgeving waarin geometrische figuren bepalend zijn voor de maatverhouding.
B
Ze zijn door dezelfde persoon gemaakt
C
Het gaat bij beide ontwerpen om dezelfde discipline
D
De cirkel en het vierkant zijn de belangrijkste elementen, de rest is onbelangrijk

Slide 12 - Quizvraag

10. Geef aan de hand van 2 activiteiten van de familie de'Medici aan wat een mecenas is

Slide 13 - Open vraag

11. Wat is een stravaganza en welke rol spelen intermedi erin?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

12. Geef een overeenkomst en 2 verschillen tussen Teatro Olimpico en Teatro Farnese

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

13. Wat is GEEN kenmerk van een madrigaal?
A
Meerstemmige muziek (voornamelijk zang).
B
Niet-religieuze maar wereldlijke inhoud.
C
Geschreven in het Latijn.
D
Muziek versterkt vaak de inhoud van de tekst.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

13. Voor een opera is de stijl van de seconda practica belangrijk. Leg dit uit aan de hand van 2 aspecten.

Slide 21 - Open vraag

Paus Julius II
Deze paus, die regeerde van 1503 tot 1513, was een belangrijke figuur in de kunstgeschiedenis en staat bekend om zijn patronage van enkele van de grootste kunstenaars van zijn tijd, zoals Michelangelo en Raphael. Hij speelde een cruciale rol in de bouw van de Sint-Pieter en de Sixtijnse Kapel, waar Michelangelo's beroemde fresco's, waaronder "De Schepping van Adam", te zien zijn. Julius II's invloed op de kunst benadrukt de nauwe relatie tussen religie en kunst in deze periode, waarbij de Kerk kunst gebruikte om haar macht en invloed te versterken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Reformatie en Contrareformatie
De Reformatie, die begon in de vroege zestiende eeuw, leidde tot een scheuring binnen de Katholieke Kerk en de opkomst van protestantse denominaties. In reactie hierop trachtte de Contrareformatie de invloed van de Kerk te herstellen door middel van kunst en architectuur, die werden ingezet om de katholieke leer te versterken en de gelovigen te inspireren. Kunstenaars werden aangemoedigd om religieuze thema's te verkennen en emotionele diepgang te creëren in hun werken, wat resulteerde in krachtige en inspirerende kunst die de boodschap van de Kerk overbracht.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Barok
De barokstijl, die volgde op de Renaissance, is gekenmerkt door dramatiek, emotie en een gevoel van beweging in de kunst. Kunstenaars zoals Caravaggio en Bernini gebruikten sterke contrasten in licht en schaduw (chiaroscuro) om diepte en intensiteit te creëren, wat de kijker emotioneel betrok bij het werk. De barokkunst was ontworpen om het publiek te overweldigen en te verleiden, met een focus op theatrale elementen, dynamische composities en een sterke narratieve structuur, wat resulteerde in een krachtige visuele ervaring.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Bernini
Gianlorenzo Bernini was een vooraanstaande barokkunstenaar, bekend om zijn meesterlijke sculpturen en architectuur, zoals de beroemde Baldakijn in de Sint-Pieter en de fontein van de Vierstromenplein in Rome. Zijn werk illustreert de dramatiek en emotie die kenmerkend zijn voor de barokperiode, waarbij hij beweging en expressie in zijn sculpturen vastlegde. Bernini's invloed op de barokkunst is onmiskenbaar, en zijn vermogen om de geestelijke en emotionele dimensies van religieuze thema's te verkennen, maakte hem tot een sleutelfiguur in de kunstgeschiedenis.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video