Wachtwoord

ICT
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ICT

Slide 1 - Tekstslide

Je krijgt nu een filmpje te zien waabij identiteitsfraude wordt toegepast.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Identiteitsfraude
Wat kan er gebeuren als iemand anders zich voordoet als jou?

schrijf je antwoorden van de volgende vragen op een papiertje:
Zou je dat leuk vinden? Ja/nee
Moet je dat ook zien te voorkomen? Ja/nee
Of maak je ze het gemakkelijk? Ja/nee

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zit dat dan met je computer?

Wat kan er gebeuren als iemand anders zich voordoet als jou?

Zet de antwoorden op deze vraag eens naast je vorige:
Zou je dat leuk vinden? Ja/nee
Moet je dat ook zien te voorkomen? Ja/nee
Of maak je ze het gemakkelijk? Ja/nee

Slide 5 - Tekstslide

Verschillen?
Vaak zijn we onvoorzichtiger met de computer en op het internet.

Doel: bewust worden van de gevaren als je je gegevens niet goed hebt beveiligd.

Slide 6 - Tekstslide

Kent iemand het wachtwoord van je e-mail of computer?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Waar denk je aan
bij het woord: Cybersecurity
(Digitale veiligheid)

Slide 9 - Woordweb

Authenticatie 
Er wordt gecontroleerd of een gebruiker, een andere computer of app echt is wie hij beweert te zijn. Er wordt gecontroleerd of het opgegeven bewijs hetzelfde is met de gegevens die de computer heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Authenticeren
Doe je met iets wat je
hebt,
bent,
weet.

Slide 11 - Tekstslide

Authenticatie met wat je hebt:
Bijvoorbeeld: een bankpas,
een elektronische autosleutel

Slide 12 - Tekstslide

Authenticatie met wat je bent:
Bijvoorbeeld: een vingerafdruk, 
een irisscan, 
een foto van jezelf

Slide 13 - Tekstslide

Authenticatie met wat je weet:
een wachtwoord

Slide 14 - Tekstslide

Welk van de onderstaande gevallen gaat over authenticatie.
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Loginnaam
B
Wachtwoord op Facebook
C
Pincode bij pinautomaat
D
ID-kaart

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de 4 manieren hieronder gaat om authenticeren met iets dat je bent?
A
Wachtwoord
B
Toegangspas
C
Oogscan
D
Cijfercode

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is het nu zo belangrijk dat de computer weet dat jij het bent?

Slide 18 - Open vraag

Het is belangrijk, omdat je niet wilt dat:


  • een ander jouw mailtjes leest,
  • een ander rare mailtjes stuurt uit jouw naam,
  • een ander op jouw naam bestellingen doet,
  • iemand jouw gegevens wist (bv een boekverslag)
  • ...

Slide 19 - Tekstslide

Een sterk wachtwoord
 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Voorkomen is beter dan genezen
Met een sterk wachtwoord voorkom je dat een ander bij jouw gegevens kan.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Je krijgt nu een aantal wachtwoorden te zien. Jij moet bepalen of ze goed of slecht zijn.

Slide 25 - Tekstslide

QWERTS
A
Sterk wachtwoord
B
Zwak wachtwoord

Slide 26 - Quizvraag

N0g1x!
A
Sterk wachtwoord
B
Zwak wachtwoord

Slide 27 - Quizvraag

Deze1esw@s1euk!
A
Sterk wachtwoord
B
Zwak wachtwoord

Slide 28 - Quizvraag

Samenvatting
  • Een sterk wachtwoord bestaat uit:
  • Minimaal 8 karakters
  • Hoofdletter
  • Kleine letter
  • Cijfer
  • Leesteken

Slide 29 - Tekstslide

Bedenk nu zelf een wachtwoord

Slide 30 - Tekstslide

Doel: 
Bewust worden van de gevaren 
als je je gegevens niet hebt beveiligd.

Slide 31 - Tekstslide

Tips & tops

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

2 Factor authentication
Het filmpje van net ging over Two factor authenticatie dat is een extra stap tijdens het login process (authenticatie). Two factor authentication wordt gebruikt in applicaties tijdens de authenticatie proces bovenop de normale authenticatie, wat meestal niet meer is dan een gebruikersnaam en/of mail met het wachtwoord. 
• Iets wat de gebruiker weet,
• iets wat de gebruiker heeft,
• iets wat de gebruiker is.

Slide 34 - Tekstslide

Je hebt nu naar dit filmpje gekeken,
wat vind je van 2 factor authentication?
Beargumenteer je antwoord

Slide 35 - Open vraag