Workshop intervisie hybride leren

Workshop intervisie 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 190 min

Onderdelen in deze les

Workshop intervisie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je
al over intervisie?

Slide 2 - Woordweb

Waarom zit intervisie?

Slide 3 - Open vraag

INTERVISIE METHODE
  • Zelfhulpmethode waarmee je als beginnend beroepsoefenaars een medestudent en jezelf kunt helpen om beter te worden in de uitvoering van de werkprocessen
  • In het werkveld komen leden van de groep komen op vrijwillige en gelijkwaardige basis regelmatig samen

Slide 4 - Tekstslide

JOUW BEROEPSHOUDING
  • Je staat open om meer te leren over je vak en de manier waarop je dit uitvoert
  • Je wilt graag bijdragen aan de ontwikkeling van medestudenten
  • Vertrouwelijkheid: wat er binnen de intervisiegroep besproken wordt, blijft onder elkaar

Slide 5 - Tekstslide

INTERVISIE INBRENG
  • Vandaag ben je deelnemer in een intervisiegroep
  • Deelnemers behandelen problemen die zich op de werkvloer voordoen
  • Denk hierbij aan vakinhoudelijke, 'technische' kwesties  
  • Of aan problemen die met jouw persoonlijk functioneren te maken hebben

Slide 6 - Tekstslide

Vragen stellen en luisteren
  • Open vragen en gesloten vragen. 
  • Hoe luister je? 
  • Filmpje kijken
  • Commentaar geven op het filmpje 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe was jouw vakantie?
A
Dit is een open vraag
B
Dit is een gesloten vraag
C
Dit is een suggestieve vraag

Slide 8 - Quizvraag

Ga je in de vakantie
naar het buitenland?
A
Dit is een open vraag
B
Dit is een gesloten vraag
C
Dit is een suggestieve vraag

Slide 9 - Quizvraag

Je gaat in de vakantie zeker weer naar de Spaanse kust?
A
Dit is een open vraag
B
Dit is een gesloten vraag
C
Dit is een suggestieve vraag

Slide 10 - Quizvraag

Open vraag

  • Wie
  • Wat 
  • Waar
  • Wanneer
  • Hoe
Gesloten vraag

Vraag waar je alleen maar 'ja' of 'nee' op kunt antwoorden 

Suggestieve vraag

Vraag die een antwoord in een bepaalde richting uitlokt

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een suggestieve vraag

Slide 12 - Open vraag

Maak van jouw suggestieve
vraag een open vraag

Slide 13 - Open vraag

Luisteren
Hoe doe je dat?
  • Iemand aankijken
  • Knikken met je hoofd
  • Actieve en open houding
  • Laten uitpraten
  • Gepast reageren als iemand is uitgepraat 

Slide 14 - Tekstslide

KIJKOPDRACHT
Kijk goed naar het fragment 
  • Noteer voor jezelf wat er niet goed gaat in de vragen die de interviewster stelt 
  • Noteer voor jezelf wat er niet goed gaat t.a.v. de luistervaardigheden van de interviewster 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Goede luisterhouding

  • Armen van elkaar (open)
  • Benen van elkaar (open)
  • Naar voren zitten
  • Ja knikken
  • Iemand aankijken
Geen goede luisterhouding

  • Armen over elkaar
  • Benen over elkaar
  • Naar achter leunen
  • Onderuit gezakt zitten
  • Niet aankijken
  • Er door heen praten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Incident methode (40 min)
Incident methode in 11 stappen

Slide 19 - Tekstslide

Stap 1. Kies de voorzitter ( docent)
  • De voorzitter bewaakt de tijd, de stappen en de spelregels.
  • De tijd kun je ook delegeren aan een ander groepslid. 

Slide 20 - Tekstslide

Stap 2. Introduceer de casussen
  • Ieder groepslid vertelt over zijn/haar casus. Een casus is een gebeurtenis die nog niet volledig is uitgewerkt. 
  • Een probleem dat min of meer onverwacht heeft plaatsgevonden en waarbij de probleeminbrenger zelf betrokken is. 
  • Een probleem dat nog ‘leeft’ of in de toekomst gaat spelen.
  • De probleeminbrenger mag niet vertellen wat hij/zij gedaan heeft of hoe hij/zij de casus heeft aangepakt.

Slide 21 - Tekstslide

Stap 3. Kies welke casus jullie gaan bespreken, iedereen komt een keer aan de beurt
  • Ieder groepslid krijgt twee stemmen. De casus met de meeste stemmen wordt besproken.
  • Bevraag elkaar op het waarom van iemands keuze. De argumenten die achter de keuze zitten kunnen ook voorde andere deelnemers van belang zijn. 

Slide 22 - Tekstslide

Stap 4. De probleeminbrenger vertelt kernachtig nog eens zijn/haar probleem. 
  • Hij/zij kan beginnen met:

“Mijn probleem is dat………………... en mijn vraag aan de groep is……………………….”

Slide 23 - Tekstslide

Stap 5. Welke vragen roept dit bij je op? Welke vragen heb jij om een goed (compleet) beeld te krijgen van
het probleem/de situatie
  • Schijf voor jezelf minimaal drie vragen op om meer inzicht te krijgen in het probleem. 

Slide 24 - Tekstslide

Stap 6. In deze ronde kan een iedereen zijn/haar vragen stellen
  • Stel vooral vragen die feitelijke informatie geven. 
  • Stel open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc en probeer door te vragen op de antwoorden die de probleeminbrenger geeft. 
  • De voorzitter moet er op letten dat de probleeminbrenger niet vertelt hoe hij/zij de casus heeft aangepakt en moet er voor zorgen dat er geen discussie ontstaat. 

Slide 25 - Tekstslide

Stap 7. Het bespreken van ieders analyse
  • De groepsleden bespreken met elkaar hoe zij de situatie zien.
  • Welke oorzaken heeft een ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er? Hoe is de rol van de probleem-inbrenger?
  • Hoe zijn de omgevingsfactoren?
  • Probeer met je groep tot een paar kernproblemen te komen.
  • De probleeminbrenger ziet toe en luistert. Er mogen geen vragen meer worden gesteld en de probleeminbrenger mag in deze fase niet reageren.

Slide 26 - Tekstslide

Stap 8: Wat zou jij doen in deze situatie?
  • Ieder groepslid schrijft op : ‘Wat zou ik doen en WAAROM?’
      (dit advies wordt later aan de probleeminbrenger gegeven)
  • Iedereen leest haar advies voor, zonder dat er commentaar wordt geleverd door anderen! 

Slide 27 - Tekstslide

Stap 9. Wat deed/doet de probleeminbrenger?
  • De probleeminbrenger vertelt hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen. 

Slide 28 - Tekstslide

Stap 10. Afsluitend gesprek 
  • Heeft de probleeminbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
  • Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers?
  • Mogelijk zijn er nog andere vragen, opmerkingen etc. 

Slide 29 - Tekstslide

Stap 11. Evalueren
  • Een ieder noteert wat hij/zij heeft geleerd van deze bespreking. 
  • Eerst mag de probleeminbrenger vertellen wat hij/zij heeft geleerd en daarna de anderen. 
  • Ten slotte vat de voorzitter de evaluatie samen. 

Slide 30 - Tekstslide

Casus schrijven
www.casusopmaat.nl

  • De casus is een voorbeeld van een werkelijke situatie die je in de praktijk bent tegengekomen
  • De casus bevat een probleemsituatie/ dilemma
  • De casus is minimaal een half A4 lang en moet iedereen kunnen begrijpen

Aandachtspunten

  • Zorg ervoor dat de beschrijving zo helder en concreet mogelijk is
  • Zorg voor voldoende inhoudelijke informatie
  • Wees objectief in je beschrijving
  • Vermijd waardeoordelen
  • Wees voorzichtig met overbodige informatie
  • Privacy, gebruik altijd een fictieve naam 


Slide 31 - Tekstslide


Zoek een foto op die laat zien wat jij vandaag hebt opgestoken van de workshop

Slide 32 - Open vraag

Tijd over?
Schrijf op een A4 een casus ( praktijkvoorbeeld) waar jezelf tegenaan loopt. 
Schrijf dit objectief zonder oordelen en meningen.
Volgende les bespreken we 1 van jullie casussen.

Slide 33 - Tekstslide

Tijd voor oefenopdrachten
Hoever is iedereen?

Slide 34 - Tekstslide