toetsvoorbereiding hoofdstuk 6

SE 3
Hoofdstuk 1 t/m 6, nadruk ligt op hoofdstuk 6 en 3/4/5
- let op evenwichten is SE stof en wordt dus sowieso getoetst
- VWO leerlingen krijgen een vwo toets
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SE 3
Hoofdstuk 1 t/m 6, nadruk ligt op hoofdstuk 6 en 3/4/5
- let op evenwichten is SE stof en wordt dus sowieso getoetst
- VWO leerlingen krijgen een vwo toets

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Alkanen/Alkenen
Je kunt:
  • duidelijk maken wat isomeren zijn;
  • uit de structuurformule de systematische naam van een onvertakt alkaan en een onvertakt alkeen met maximaal zes C‑atomen afleiden;
  • en andersom

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

geef de naam van deze stof

Slide 5 - Open vraag


Slide 6 - Open vraag

uitwerking
- stam = langste keten = 
5 c-atomen = Pentaan
zijtak = 2 C-atomen = ethyl
Op plek : 3

naam: 3-ethylpentaan

Slide 7 - Tekstslide

6.2 karakteristieke groepen
  • uitleggen wat karakteristieke groepen zijn en duidelijk maken wat halogeenalkanen, alkaanzuren, alkanolen en alkaanaminen zijn;
  • uitgaande van de structuurformule de systematische naam afleiden van een onvertakt halogeenalkaan, alkaanzuur, alkanol en alkaanamine;
  • en andersom
  • * voor vwo komen hier nog 4 karakteristieke groepen bij: alkoxyalkanen,  fenolen, aldehyden en ketonen

Slide 8 - Tekstslide

geef de naam van deze stof

Slide 9 - Open vraag

algemene regels voor naamgeving
- begin met de stam (langste koolstofketen)
- inventariseer welke karakteristieke groepen aan de stam zitten
- geef met een een nummer aan op welke plaats

* op de toets krijg je stoffen die uit een keten van max 6 c-atomen bestaan en slecht 1 soort karakteristieke groep hebben (+ evt 1 zijtak of dubbele binding)
* vwo krijgt minimaal 1 stof waarbij prioriteit belangrijk is

Slide 10 - Tekstslide

6.3 reacties
Je kunt:
  • uitleggen wat een substitutiereactie is en laten zien dat er bij een substitutiereactie diverse isomeren kunnen ontstaan;
  • uitleggen wat een additiereactie is  en reactieproducten/vergelijking geven van de additie van een klein molecuul aan een alkeen ;
  • uitleggen dat broom kan worden gebruikt om een onverzadigde verbinding aan te tonen; (leren)
  • twee verschillende productieprocessen voor ethanol beschrijven aan de hand van reactievergelijkingen; (leren)

Slide 11 - Tekstslide

De additie van water aan but‑1‑een levert twee butanolen op, die isomeren zijn van elkaar. teken deze

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

6.4 esters
  • de karakteristieke groep van een ester herkennen;
  • uit de structuurformule de naam van een ester afleiden;
  • de reactievergelijking voor de vorming en de hydrolyse van een ester geven;
  • de structuurformule van glycerol tekenen en aangeven wat een vetzuur is en een aantal vetzuren in je Binas opzoeken;
  • de reactievergelijking voor de vorming en voor de hydrolyse van een vet of olie in structuurformules geven.

Slide 14 - Tekstslide

uit welk zuur en welk alcohol is deze ester gevormd?

Slide 15 - Open vraag

uitwerking






dus ethaanzuur en propanol

Slide 16 - Tekstslide

6.5 evenwichten
  • uitleggen wat omkeerbare reacties zijn en beredeneren wanneer zich een evenwicht instelt;
  • uitleggen wat wordt bedoeld met de ligging van een evenwicht;
  • uitleggen hoe je een evenwicht aflopend kunt maken;
  • de evenwichtsvoorwaarde voor een evenwicht geven.



Slide 17 - Tekstslide