Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
De woordensoorten: inoefenen 2A
De woordensoorten: inoefenen 2A
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De woordensoorten: inoefenen 2A
Slide 1 - Tekstslide
Benoem de woordsoort
"Woordsoorten zijn lastig."
Het woord lastig is een ....
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord
Slide 2 - Quizvraag
Welke woordsoort is Mieke?
'Mieke is al wakker sinds 6u deze ochtend.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 3 - Quizvraag
'Hoe je kroketjes maakt, vind je terug in ons kookboek.'
Welk voornaamwoord is 'ons'?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noem je de volgende woordsoorten?
Mijn, uw, jouw, zijn
A
zelfstandige naamwoorden
B
persoonlijke voornaamwoord
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer heb je een bijwoord?
A
Een bijwoord duidt een eigenschap of karaktertrek aan.
B
Een bijwoord staat bij een ander woord.
C
Een bijwoord duidt een hoeveelheid aan.
D
Een bijwoord duidt een tijd of plaats aan.
Slide 6 - Quizvraag
Een bijwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het bijwoord?
De zon schijnt erg fel.
A
de zon
B
schijnt
C
erg
D
fel
Slide 8 - Quizvraag
Op de torenhoge touwladder klom Walid vastberaden naar boven. Duid het bijwoord aan.
A
torenhoge
B
touwladder
C
vastberaden
D
naar boven
Slide 9 - Quizvraag
Plotseling stond een begeleider vlak achter Maysa, waardoor Maysa schrok en in het water viel. Het bijwoord is ...
A
plotseling
B
vlak
C
waardoor
D
en
Slide 10 - Quizvraag
...een andere grote supermarktketen.. Is ANDERE een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 11 - Quizvraag
Is oprecht een bijwoord of een bijv.nw
"Hij vertelde het verhaal oprecht zonder iets te verzwijgen."
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quizvraag
Een bijwoord zegt iets meer over een...
WERKWOORD
Bijvoorbeeld: De koek smaakt LEKKER
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
De restauratie van het schilderij is (zorgvuldig) uitgevoerd.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 14 - Quizvraag
Is twijfelend een bijwoord of bijv.nm?
"Ze keek me twijfelend aan alsof ze het antwoord niet geloofde."
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 15 - Quizvraag
Een bijwoord zegt iets meer over een...
ANDER BIJWOORD in een zin
Bijvoorbeeld: De koek brak in HEEL kleine stukjes
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Volgens een professor hebben de restaurateurs (ondeskundig) verflagen weggehaald.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 17 - Quizvraag
Door die (drastische) aanpak zou het werk onherroepelijk beschadigd zijn.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 18 - Quizvraag
e. De minister vindt daarentegen dat de restauratie (heel) correct verloopt.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 19 - Quizvraag
De beslissing om een laag te verwijderen werd gemaakt op basis van (wetenschappelijk) onderzoek.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 20 - Quizvraag
h. Een internationaal expert zei dat de restauratie het (oorspronkelijke) penseelwerk onthulde.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 21 - Quizvraag
India is getroffen door een (ernstige) aardbeving.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 22 - Quizvraag
De aarde trilde (hard).
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 23 - Quizvraag
De (hevige) trillingen veroorzaakten veel schade.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 24 - Quizvraag
Zijn hond is ECHT schattig
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bijwoord
Slide 25 - Quizvraag
(Indiase) mensen zijn gevlucht.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 26 - Quizvraag
(Snel) werd een reddingsactie op poten gezet.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 27 - Quizvraag
11. Na de reddingsactie stormde het (hevig).
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 28 - Quizvraag
12. (Levende) slachtoffers traceren werd daardoor moeilijk
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 29 - Quizvraag
13. Gelukkig kan het (kwetsbare) gebied rekenen op steun.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 30 - Quizvraag
4. (Wit-Russisch) toneelstuk gaat de wereld rond.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 31 - Quizvraag
5. Leuvenaars lanceren (eigen) versie van Warmste Week.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 32 - Quizvraag
8. Polen stort zich in (onzeker) kernavontuur.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 33 - Quizvraag
9. Privéjet vliegt (beter) dan jumbojet.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 34 - Quizvraag
10. Kerk (volledig) uitgebrand!
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 35 - Quizvraag
We zetten VOORLOPIG een aantal enigszins mooie gebieden op een rij. On y va!
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 36 - Quizvraag
De toets maken kan veel sneller.
>> sneller
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 37 - Quizvraag
Welke soort woord is 'bijzonder' in de zin 'Dat vond ik een bijzonder leuke opdracht!'?
A
bijzonder voornaamwoord
B
bijwoordelijke bepaling
C
bijvoeglijk voornaamwoord
D
bijwoord
Slide 38 - Quizvraag
bijwoord in de zin
Soms maak ik mijn huiswerk niet.
A
soms
B
niet
C
soms, niet
D
geen bijwoord
Slide 39 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordleer
11 days ago
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefenen op woordsoorten
March 2025
- Les met
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
basis woordleer (zn, ww, bn en bw)
25 days ago
- Les met
35 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 28 Taallab - Deel 2: Taalstudie
March 2025
- Les met
53 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingsles Nederlands
December 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordsoorten: Voegwoorden en bijwoorden - Nederlands 2 - Hanne
March 2025
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordsoorten: Voegwoorden en bijwoorden - Nederlands 2 - Hanne
March 2025
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
ADVERBS (OF FREQUENCY)
March 2023
- Les met
20 slides
Modern foreign language
Upper Secondary (Key Stage 4)
BTEC