Ethiek - OPTIEKEN

ETHISCHE OPTIEKEN
 


JURIDISCH, ECONOMISCH, MEDISCH OF ETHISCH

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ETHISCHE OPTIEKEN
 


JURIDISCH, ECONOMISCH, MEDISCH OF ETHISCH

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen
  • Optiek: Manier waarop je naar de werkelijkheid kijkt. Verschillende 'brillen'. Bv: de juridische optiek, de medische optiek, of natuurlijk de ethische optiek.
  • Ethische optiek: De benadering dat de mens uiteindelijk het goede behoort te doen. Bv: Iemand verdrinkt. Je kan die persoon helpen. Vanuit de ethische optiek moet je dit persoon dan helpen.

Slide 2 - Tekstslide

De ethische optiek
  • Kernbegrippen van de ethische optiek:
  • uiteindelijk goede: is de handeling menswaardig?
  • behoren: wat behoor je te doen in een situatie?
  • doen: wat is de uiteindelijke handeling?

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Ethiek (Opleiding Verpleegkunde)


Slide 4 - Tekstslide

Om te beginnen: wat is ethiek?
A
Nadenken over het leven
B
Nadenken over God
C
Nadenken over eten
D
Nadenken over goed en kwaad

Slide 5 - Quizvraag

Ethiek is voor iedereen hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een waarde?
A
Datgene wat we belangrijk vinden, waar we naar streven
B
het is een gedrag wat wenselijk is
C
dat is hetzelfde als ethiek
D
een waarde is objectief

Slide 7 - Quizvraag

"Het samenhangend geheel van normen en waarden van een persoon of een groep
A
norm
B
waarde
C
moraal
D
ethiek

Slide 8 - Quizvraag

welke uitspraak is het beste?
A
Het gaat bij ethiek over je eigen mening
B
Het gaat bij ethiek over het filosofisch benaderen van een vraag over goed en kwaad

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

Welke (botsende) waarden kun je benoemen?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Teleologisch (doel/gevolg-gericht) handelen
of deontologisch (deugd/plicht-gericht ) handelen?
Gevolgenethiek kijkt naar het resultaat (doel) van ons handelen
Plichtsethiek gaat uit van deugden en plichtsbesef.
Bentham en Kant staan hier tegenover elkaar:
Bentham met utilisme en Kant met de categorische imperatief.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Kant & Levinas zijn voorbeelden van
A
doel-ethiek
B
plicht-ethiek
C
ethiek
D
moraal

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord hoort thuis bij de doel-ethiek?
A
Gevolgen staan centraal
B
Verantwoordelijkheid
C
Je moet er naar streven te doen wat je plicht is.
D
Principe

Slide 27 - Quizvraag

Hedonisme en Utilisme zijn vormen van
A
doel ethiek
B
pragmatische ethiek
C
plicht ethiek
D
zuivere ethiek

Slide 28 - Quizvraag

De mens moet zoveel mogelijk in dit leven genieten. Welk is onjuist?
A
Hedonisme
B
Epicures
C
Plicht-ethiek
D
Doel-ethiek

Slide 29 - Quizvraag

In de plicht-ethiek stel je eerst een norm (principe) vast waaruit je gaat handelen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

OPDRACHT
Neem van de wikiwijs Lessenreeks Ethiek les 1 en 2 door en maak de oefeningen: https://maken.wikiwijs.nl/42485/Lessenreeks_Ethiek#!page-521137



Slide 31 - Tekstslide