1.1 Australië op foto's en kaarten

In dit land is mevrouw van den Ende nog niet geweest
A
Brazilië
B
Mexico
C
Portugal
D
Marocco
1 / 46
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

In dit land is mevrouw van den Ende nog niet geweest
A
Brazilië
B
Mexico
C
Portugal
D
Marocco

Slide 1 - Quizvraag

Mijn vorige baan was?
A
kassamedewerker bij AH
B
Postbode
C
Laborant
D
McDonalds medewerker

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel kinderen heb ik?
A
1
B
2
C
3
D
Geen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is mijn afkorting?
A
ENC
B
CEN
C
END
D
CNE

Slide 4 - Quizvraag

Verder nog vragen?

Slide 5 - Tekstslide

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je over aardrijkskunde?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Kaart

Australië
  • .........miljoen inwoners
  • ligt in Oceanië
  • verschillende klimaten
  • Hoofdstad: Canberra

Slide 10 - Tekstslide

Aardrijkskunde
Aardrijkskunde = geografie

  1. Je bestudeert gebieden (landen/steden/bergen)
    Waar is het? Wat is daar?
  2. Je vergelijkt verschijnselen in gebieden 
    Wat is daar en wat is hier? Wat verschilt? Wat is gelijk aan elkaar?
  3. Je verklaart verschijnselen in gebieden
    Waarom is dat zo?
Dikgedrukt, blauw woord = begrip. Hier moet je de betekenis van leren!

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • de 2 verschillende soorten kaarten herkennen
  • kaartlezen door kaartvaardigheden toe te passen
Aan het einde van de paragraaf heb je de lesdoelen behaald.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een kaart eigenlijk?
Een kaart is een verkleinde 
tekening van een gebied.

Er zijn twee soorten kaarten.

Slide 13 - Tekstslide

2 Soorten kaarten
1. Overzichtskaart

Kaart met een overzicht van: steden, rivieren, zeeën, bergen, wegen en spoorlijnen
(topografie)

Slide 14 - Tekstslide

2 Soorten kaarten
2. Thematische kaart

Kaart die over één onderwerp gaat, bijvoorbeeld het klimaat.

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor soort kaart is dit?

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor soort kaart is dit?

Slide 17 - Tekstslide

Kaartlezen
Er zijn vier dingen nodig voor kaartlezen
  1. Titel
  2. Legenda
  3.  Schaal
  4. Noordpijl
Geeft aan waar de kaart over gaat
Uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart.
Geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.
Geeft aan waar het noorden is op een kaart

Slide 18 - Tekstslide

Oefen opdracht(en)
Vraag 1
Wat voor soort kaart zie je in de bron?

Vraag 2
Welke kaartelementen ontbreken er?

Vraag 3
Beschrijf wat je ziet in de bron.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.1 Opdrachten: 1 t/m 5
     
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 20 - Tekstslide

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
Nakijken §1.1 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Paragraaf 1.1 -> opdrachten

Open een opdracht en klik op: 

 
Beoordeel je antwoord:
Goed - Bijna goed - fout
Tijd:
.
...
.
.


Opdrachten nakijken
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Welke 2 soorten kaarten zijn er?
A
thematische- en landkaart
B
land- en wereldkaart
C
thematische- en overzichtskaart
D
overzichts- en ansichtkaart

Slide 23 - Quizvraag

Stelling: Australië is groter dan Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Klik op de vier kaarten om ze beter te bekijken. Zie je een thematische of een overzichtskaart? Sleep de juiste woorden onder de juiste kaart.
Overzichtskaart
Overzichtskaart
Thematische kaart
Thematische kaart

Slide 25 - Sleepvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • weet je wat de schaal aangeeft
  • kan je rekenen met de schaal
  • kan je de bevolkingsdichtheid uitrekenen

Slide 26 - Tekstslide

De schaal
Laat zien hoeveel een kaart verkleind is.

1:200.000, dit betekent:

1 cm op de kaart is in het echt  200.000 cm




Slide 27 - Tekstslide

Altijd naar km
1 cm = 200.000 cm maar km?
'5 nullen eraf halen'

1 cm = 200.000 cm =  2 km
2 cm = 400.000 cm = 4 km 


Slide 28 - Tekstslide

Zelf uitrekenen
Hoeveel kilometer ligt er tussen Hoogersmilde en Uffelte?

Lees de kaart af en maak je berekening! 
Afstand is 8 cm 
1 cm = 200.000 cm
Dus: 8 x 200.000 = 1.600.000 cm
Maar! 1.600.000 cm = 16 km

Slide 29 - Tekstslide

Maar dan...
Nu is de schaal 1 : 25.000

Hoeveel km is 1 cm?

Probeer zelf een berekening te maken!

Slide 30 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding
De bevolkingsspreiding = de verdeling van mensen over een land of een gebied.

BV: In Australië wonen veel mensen aan de kust = meer neerslag 

Slide 31 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per 1 km2 wonen.



BV: 1.000 inwoners per km2




Bevolkingsdichtheid=oppervlakteaantalinwoners

Slide 32 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid uitreken
Gegevens:
totaal aantal inwoners 83.000.000
totale oppervlakte 1.650.000 km2

Regel:


Berekening:
83.000.000 : 1.650.000 = ....inwoners per km2


Bevolkingsdichtheid=oppervlakteaantalinwoners

Slide 33 - Tekstslide

Nu zelf oefenen 
Gegevens:
totaal aantal inwoners 17.530.000
totale oppervlakte 41.850 

Regel:
Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners : oppervlakte

Berekening:



inwoners : oppervlakte dus
17.530.000 : 41.850 = 419 inwoners per km²

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.1 Opdrachten: 2,3 en 6 t/m 9
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.1 Opdrachten: 6 t/m 9
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 36 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • weet je wat de schaal aangeeft
  • kan je rekenen met de schaal
  • kan je de bevolkingsdichtheid uitrekenen

Slide 37 - Tekstslide

Op de afbeelding zie je een
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 38 - Quizvraag

De titel van deze kaart is:

Slide 39 - Open vraag

De schaal van deze kaart is:

Slide 40 - Open vraag

De schaal was: 1:180.000.000
1 cm in werkelijkheid is .... km
A
180 km
B
18 km
C
1800 km
D
18000 km

Slide 41 - Quizvraag

De schaal was: 1:180.000.000
1 cm in werkelijkheid is 1800 km.
3 cm op de kaart is dus ..... km
A
5400 km
B
3600 km
C
1800 km
D
600 km

Slide 42 - Quizvraag

De schaal is 1 : 50.000
Hoeveel km is 3 cm op de kaart?

Slide 43 - Open vraag

De bevolkingsdichtheid bereken je door:
Aantal inwoners delen door de ..........

Slide 44 - Open vraag

Bereken de bevolkingsdichtheid.
15.000.000 inwoners en 500.000 km2

Slide 45 - Open vraag

Begrippenlijst
  • Kaart
  • Thematische kaart
  • Overzichtskaart
  • Titel
  • Legenda
  • Schaal
  • Noordpijl
  • Bevolkingsdichtheid
  • Bevolkingsspreiding
  • Geografie

Slide 46 - Tekstslide