6.2 Voedsel voor veel mensen

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van 6.1?
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Welke stoffen/energie zijn nodig voor:
Fotosynthese
Verbranding
Energie uit zonlicht
Energie komt vrij
Koolstofdioxide
Zuurstof
Glucose
Water

Slide 3 - Sleepvraag

In welk deel van de kringloop van fotosynthese en verbranding horen de deelnemers van de voedselkringloop?
Fotosynthese
Verbranding
Producent
Consument
Afvaleter
Reducent

Slide 4 - Sleepvraag

Maak de reactievergelijking van fotosynthese kloppend.
+
+
  _______>
Zonlicht
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Glucose

Slide 5 - Sleepvraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
Verbranding
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Glucose

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de juiste cel naar de voedselkringloop.
Consumenten
Reducenten
Producenten
Afvaleters

Slide 7 - Sleepvraag

Welke zin is juist?
A
De ecologische voetafdruk is overal op de wereld even groot
B
De gemiddelde Nederlander heeft een duurzame ecologische voetafdruk
C
Met de huidige ecologische voetafdruk hebben we wereldwijd niet genoeg aan één wereldbol
D
Arme landen hebben vaak een grotere ecologische voetafdruk dan rijke landen

Slide 8 - Quizvraag

Kringloop van fotosynthese en verbranding.
Sleep de begrippen naar de goede plaats.
CO2 en H2O
Glucose en O2
Verbranding
Fotosynthese
Energie in de kringloop
Energie uit de kringloop

Slide 9 - Sleepvraag

Noteer de kringloop van fotosynthese en verbranding, door de woorden naar de juiste plaats te slepen. 
Zuurstof
Water
Koolstofdioxide
Glucose

Slide 10 - Sleepvraag

Is de kringloop van de veeteelt, zoals in het plaatje hiernaast, een gesloten kringloop of niet?
A
Gesloten
B
Niet gesloten

Slide 11 - Quizvraag

Welke kringloop zie je in het plaatje hiernaast? En is de kringloop gesloten of niet?
A
Zuurstofkringloop; gesloten
B
Koolstofkringloop; gesloten
C
Zuurstofkringloop; niet gesloten
D
Koolstofkringloop; niet gesloten

Slide 12 - Quizvraag

Is de waterkringloop zoals in het plaatje hiernaast een gesloten kringloop of niet?
A
Gesloten
B
Niet gesloten

Slide 13 - Quizvraag

In de natuur wordt alles wat gebruikt wordt ook weer aangevuld. Hierdoor gaan er geen stoffen verloren. Hoe noem je dit?
A
Open kringloop
B
Gesloten kringloop
C
Kringloop van het leven
D
Ecologische voetafdruk

Slide 14 - Quizvraag

Combineer de juiste zinnen met de woorden:
*Consument
*Producent
*Reducent
*Afvaleters
Zet afvalresten om in mineralen
Legt energie vast in glucose
Verbrand glucose voor energie
Eet resten en maakt afval klein

Slide 15 - Sleepvraag

Zet de organismen bij de juiste begrippen.
*Consument
*Producent
*Reducent
*Afvaleters
Regenworm
Koolmees
Gras
Paddenstoel
Kamerplant
Koe
Mestkever
Tuinslak
Koolwitje
Melkzuurbacterie

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer de melkkoeien buiten komen staan ze vaak op eentonige weilanden te grazen. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Monocultuur
B
Intensieve akkerbouw
C
Intensieve veeteelt en intensieve akkerbouw
D
Monocultuur en intensieve veeteelt

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Een gemengd bedrijf heeft zowel akkerbouw als veeteelt. Welke invloed heeft dit op het gebruik van kunstmest door het bedrijf?
A
Het bedrijf gebruikt minder kunstmest omdat het de mest van de eigen veestapel kan gebruiken voor de akkerbouw.
B
Het bedrijf gebruikt evenveel kunstmest omdat de akkerbouw een monocultuur is en er dus veel mest nodig is.
C
Het bedrijf gebruikt meer kunstmest omdat voor zowel de akkerbouw als voor de veeteelt kunstmest nodig is.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Het woord 'gewasbeschermingsmiddelen' klinkt vriendelijk, maar het gaat hier eigenlijk gewoon om gifstoffen. Wat zijn andere woorden voor gewasbeschemringsmiddelen? Zet het vinkje erbij.
Pesticide
Onkruidverdelger
Bestrijdingsmiddel
Biocide
Herbicide

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Wat wordt aan vee gegeven om ze extra te laten groeien, behalve weinig bewegingsruimte?
A
Proteïnedrank
B
Krachtvoer
C
Proteïnedrank en krachtvoer
D
Groeihormonen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

In de afbeelding zie je een bestrijdingsmiddel. Dit bestrijdingsmiddel blijft heel lang in de bodem aanwezig.
Is dit middel selectief? En is dit middel biologisch afbreekbaar?
A
Selectief: ja Biologisch afbreekbaar: ja
B
Selectief: ja Biologisch afbreekbaar: nee
C
Selectief: nee Biologisch afbreekbaar: ja
D
Selectief: nee Biologisch afbreekbaar: nee

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
6.2 Voedsel voor
veel mensen

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Slide 43 - Tekstslide