Thema 4 - les 1 - woordenschat geld

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Wat staat er op de deur en de winkelruit?

1.

Waarom wachten de mensen voor de winkel?

2.

Als een winkel de prijzen verlaagt dan noem je dit:

afprijzen.

3.

lesdoel

Ik leer woorden bij het thema geld en ik
leer woorden opzoeken in het woordenboek.

de aanbieding

Een product dat korte tijd goedkoper is dan anders.

Als iets in de aanbieding is, dan is het vaak veel goedkopere.

afprijzen

De prijs van iets lager maken.

tegenwoordige tijd	verleden tijd
Ik prijs af Hij prijst af Wij prijzen af	Ik prijsde af Hij prijsde af Wij prijsden af

Voltooid deelwoord

Ik heb afgeprijsd

het artikel

1. Een product in de winkel

2. Een tekst in een krant of op een website.

Als een product is afgepijsd gaat het over een artikel in de winkel.

besteden

Geld uitgeven

tegenwoordige tijd	verleden tijd
Ik besteed Hij besteedt Wij besteden	Ik besteedde Hij besteedde Wij besteedden

Voltooid deelwoord

Ik heb besteed

Hoeveel geld besteed jij elke maand aan snoep?

Iederen kan nu minder geld besteden, omdat alles duurder is geworden.

de boodschap

Wat je in de winkel gekocht hebt of gaat kopen.

Als ik boodschappen ga doen koop ik altijd veel groenten en fruit.

de kwaliteit

Hoe goed of slecht iets is.

De kwaliteit van deze appels is niet zo goed.

de opsomming

Een rij dingen of namen.

Als ik boodschappen ga doen maak ik meestal een boodschappenlijst. Dan staat alles keurig geschreven in een opsomming.

de pinautomaat

Een automaat war je met een pinpas en pincode geld kunt halen.

Ik haal bijna nooit geld bij een pinautomaat, want ik kan met mijn telefoon overal betalen.

de product

iets wat in een fabriek of boerderij gemaakt is en verkocht moet worden.

Eieren, kaas, vlees, groenten en fruit zijn allemaal eetbare producten. Maar een broek, een jas of jurk zijn ook producten.

de reclame

het aanprijzen van een product om het te verkopen.

Veel bedrijven maken reclame, omdat ze een product heel graag willen verkopen. Ik geloof het niet altijd wat ze vertellen.

tijdelijk

voor een tijdje.

Als iets wordt afgeprijsd is dat vaak maar tijdelijk. Soms maar voor een paar uur.

voordelig

iets wat voordelig is, lost minder geld dan normaal.

Als iets wordt afgeprijsd is dat vaak maar tijdelijk. Soms maar voor een paar uut.

Sleep naar de juiste plaats!

Welk woord hoort erbij?

De graankorrel zijn ....... gemalen.

1. grof
2. lot
3. pop

Welk woord hoort erbij?

Dat is wel .... wat hij zegt.

1. grof
2. lot
3. pop

Welk woord hoort erbij?

Hij heeft een prijs gewonnen met zijn .......

1. grof
2. lot
3. pop

Welk woord hoort erbij?

Het is mijn ..... dat ik altijd verlies met spelletjes.

1. grof
2. lot
3. pop

Welk woord hoort erbij?

Het meisje speelt met haar ......

1. grof
2. lot
3. pop

Welk woord hoort erbij?

Ik hou meer van .... dan van klassieke muziek.

1. grof
2. lot
3. pop

aan het werk

Maak de opgave op het werkblad.

Gebruik een woordenboek voor sommige vragen.