23-24 1A inicio

• Spaans
• WO
• Studiejaar 1

¡BIENVENIDOS!

¡Bienvenidos a la clase de español!

a la clase de español

Nos presentamos 

Voorstelrondje

Nos presentamos 

Voorstelrondje

¡Hola!

Me llamo ...

 

Tengo ... años

Vivo en ...

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo sobre la asignatura leer ik over het vak

2. ...aprendo a presentarme leer ik mijzelf voorstellen

Normas de clase Lesafspraken

• Probeer zo veel mogelijk Spaans te praten;
  
• Als je een vraag hebt, steek dan eerst je hand op;
  
• Mobiel in telefoontas, behalve als ik zeg dat je 'm nodig hebt;
• Spullen mee;
• Huiswerk bijhouden;
• Niemand wordt uitgelachen.

Llevar a clase Mee naar de les

Hay que llevar 5 cosas. ¿Cuáles son?

Je moet 5 dingen meenemen naar elke les. Welke zijn dat?

Llevar a clase Mee naar de les

1. Libro de texto Tekstboek
2. Libro de ejercicios Werkboek
3. Cuaderno Schrift
4. Boli Pen
5. Carpeta Mapje 

Fragment 1 - Fragment 2 - Fragment 3

Fragment 1 - Fragment 2 - Fragment 3

¿Qué sabes ya y qué quieres aprender? 

Wat weet je al en wat wil je gaan leren?

Wat weet je al?

Libro de texto, p. 17

Maak de opdracht in twee- of drietallen.

Over 5 minuten bespreken we na.

Wat weet je al?

Tekstboek pagina 17

Antwoorden:

1-I  2-H  3-E  4-J  5-C 

6-B  7-G  8-A  9-F  10-D

In welke landen spreekt men Spaans?

Schrijf er in twee minuten zoveel mogelijk in je schrift!

Deberes para viernes

Huiswerk voor vrijdag:

Neem je boeken, schrift en een pen mee.

Neem materiaal mee om je mapje te versieren!

¡Hasta luego!

Hola y bienvenidos, 1B

Objetivos Doelen

En esta clase...

1. ...aprendo palabras útiles para las clases de español leer ik handige woorden voor in de les

2. ...vemos el esquema de trabajo zien we het
werkschema

3. ...trabajo en mi carpeta werk ik aan mijn mapje

Español en clase Spaans in de klas

¿Qué frases necesitas?     Welke zinnen heb je nodig?

Español en clase - Spaans in de les

¿Puedo ir al baño?

¿Puedes repetirlo?

Tengo una pregunta.

No lo entiendo.

¿En qué pagina estamos?

¿Cómo se dice de tafel en español?

¿Qué significa el libro ?

página

Raad de betekenis en afkorting

página

Antwoord: bladzijde, pág / p

vocabulario

Raad de betekenis en afkorting

vocabulario

Antwoord: woordenschat, voca

gramática

Raad de betekenis en afkorting

gramática

Antwoord: grammatica, grám

libro de texto

Raad de betekenis en afkorting

libro de texto

Antwoord: tekstboek, LT

libro de ejercicios

Raad de betekenis en afkorting

libro de ejercicios

Antwoord: werkboek, LE

ejercicio(s)

Raad de betekenis en afkorting

ejercicio(s)

Antwoord: opdracht(en), ej(s)

apuntes

Raad de betekenis

apuntes

Antwoord: aantekeningen

Aantekeningen maken is verplicht. Alles was op het bord staat, staat aan het einde van de les ook in je schrift.

prueba

Raad de betekenis

prueba

Antwoord: proefwerk

La carpeta Het mapje

Iedereen krijgt zo een mapje. 

Hierin bewaar je alle losse bladen die je krijgt in de lessen.

Neem je mapje elke les mee!

La carpeta Het mapje

Maak een voorblad voor je carpeta. Noem je naam, klas en het vak. 

Verder mag je zelf weten wat je erop zet. Bijvoorbeeld: wat je wil leren, woorden die je al kent, tekeningen die jou doen denken aan Spanje of Latijns Amerika... 

Wees creatief!

Deberes Huiswerk

- leren: onderste helft zinnetjes 'Spaans in de klas', 

vanaf ¡Gracias!

¡Hasta luego!

Español en clase Spaans in de klas

¿Qué frases necesitas?     Welke zinnen heb je nodig?

LT p. 16

Español en clase Klassentaal

Waar waren we vorige les gebleven?

Español en clase - Spaans in de les

Esquema de trabajo - Werkschema

Carpeta - Mapje

En esta clase - In deze les

Introducción al libro - Introductie in het boek Reporteros

Leemos un cómic - We lezen een strip

Aprendemos el abecedario y a deletrear - We leren het alfabet en leren spellen

Nuestro verano - onze zomer

¿qué tal?                                                  – hoe gaat het?

(yo) soy                                                     – ik ben

¿Cómo te llamas?                                – hoe heet je?

somos                                                      – wij zijn

francés                                                     – Frans

aleman(a)                                                – Duits

¿De dónde sois vosotros?               – Waar komen jullie vandaan?

Laura, tú en el centro                         – Laura, jij in het midden.

Buenos días a todos,                          – Goedemorgen allemaal.

                                                LT p. 12

¡A trabajar! - Aan het werk!

• In tweetallen: spel allebei de namen van 3 klasgenoten uit. De ander schrijft ze op. 
• Doe nu hetzelfde met 2 Spaanse woorden uit het hoofdstuk.
• Klaar? Maak: ej. 1 + 2, Libro de Ejercicios, p. 5.

Deberes para viernes
huiswerk voor vrijdag

• Leer de uitspraakregels  in de roze blokjes op LT, p. 13.
• Oefen thuis met het uitspreken van de namen op LT, p. 13.
• Leer woordjes: LT p. 128, linker rijtje (SP-NL)