Vraagwoorden en vraagzinnen

Bonjour!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui
- Weten wat intonatie is
- Intonatie herkennen 
- Een vraag kunnen stellen in het Frans
(p. 60)

Slide 3 - Tekstslide

p. 60/61
- 16A 
- 16 D
- 16 E
- 16 F

va = gaan
prend = nemen

Slide 4 - Tekstslide

woordvolgorde Frans
normale zin: Onderwerp (o)- persoonsvorm (pv) - rest van de zin .
vraagzin: Onderwerp (o)- persoonsvorm (pv) - rest van de zin ?

Meestal herken je het onderwerp als volgt:
Onderwerp = persoonlijk voornaamwoord (je, tu, ik enz.)
Onderwerp = naam/ namen ( Nicolas, Marianne enz.)
Onderwerp = persoon/personen/ dier/ dieren (mon père, le chat enz.)




Slide 5 - Tekstslide

Een vraag stellen en français
  1. Zet een vraagteken achter de zin:
    Ton chien s'appelle Chico.  > Ton chien s'appelle Chico?

  2. Gebruik een vraagwoord

Slide 6 - Tekstslide

Vraagwoorden gebruiken
Voorbeelden:
Tu habites ?
Comment tu t'appelles?
Qui est ta soeur?
Qu'est-ce que vous avez mangé?
Ton anniversaire est quand?

Slide 7 - Tekstslide

Vraagwoorden, neem ze even in je op....
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien = hoeveel
pourquoi = waarom
qui = wie
qu’est-ce que = wat

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal: hoeveel
A
combien
B
quand
C
pourquoi
D
comment

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: wanneer
A
quand
B
qu'est-ce que
C
qui
D

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: Waar is de Eiffeltoren?
A
Qui est le Tour Eifel?
B
Quand est le Tour Eifel?
C
Où est le Tour Eifel?

Slide 11 - Quizvraag

Welke ontbreekt?
________ est ton anniversaire?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 12 - Quizvraag

Welke ontbreekt?
Tu as __________ de matières?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 13 - Quizvraag

Welke ontbreekt?
Le métro arrive ______ ?
A
qui
B
combien
C
quand
D
qu'est-ce que

Slide 14 - Quizvraag

Combien / Qui est la fille blonde là-bas?
A
Combien
B
Qui

Slide 15 - Quizvraag

Tu vas à Paris comment / où?
A
comment
B

Slide 16 - Quizvraag

Pourquoi / Qu'est-ce que vous allez en vélo au collège?
A
pourquoi
B
qu'est-ce que

Slide 17 - Quizvraag

Vous avez encore des questions?

Slide 18 - Open vraag

Les devoirs
Het huiswerk voor
donderdag 23 mei

Leren: voca B op p. 78

Slide 19 - Tekstslide