Izone/ Het Friese landschap/ les 4/ Waar wandelen de Wadden naartoe

Waar wandelen de Wadden naartoe? 
  • Welkom bij les 4
  • Pak  jouw materiaal
les 4
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
IzoneMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar wandelen de Wadden naartoe? 
  • Welkom bij les 4
  • Pak  jouw materiaal
les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Friese Waddeneilanden. Welke ken jij?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen. Aan het einde van de les...
  1. Kan ik de verschillende elementen van de Waddenzee benoemen 
  2. De rol van getijdestromen in het waddengebied beschrijven
  3. De elementen van een Waddeneiland benoemen
  4. Uitleggen wat er bedoeld wordt met wandelende wadden 
  5. Weet ik dat de maan verschillende fases kent en kan ik er een aantal ( minimaal 2)  benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

We zoomen nu in op het waddengebied. We gaan dus van schaalniveau nationaal, naar schaalniveau regionaal. Het Waddengebied in NL bestaat ook uit Texel. Texel behoort tot Noord Holland. Vlieland ook, tot 1942, toen werd het van Friesland. De Duitsers hebben Vlieland bij Friesland betrokken. Na de oorlog werd dit niet meer ongedaan gemaakt. Maar het werelderfgoed Waddengebied beslaat delen van 3 landen. Nederland, Duitsland en Denemarken. Het is sinds 2009 op de lijst van Unesco gekomen. Zij zeggen het is uniek en onvervangbaar voor de wereld.
Natuurlijke kracht & dynamiek : Zoet en zout, nat en droog, sterke en zwakke stroming: planten en dieren moeten zich in het waddengebied voortdurend aanpassen aan weer, wind en het getij. Alleen de allersterkste soorten overleven in het waddengebied. Uniek & gevarieerd: Het waddengebied is met zijn oppervlak van 10.000 km2 het grootste aaneengesloten wetland op aarde en daarmee uniek in de wereld. Op de zandplaten, in de geulen, op de duinen en op de kwelders komt een grote verscheidenheid aan planten en diersoorten voor. Het waddengebied is een soort internationaal ‘wegrestaurant’. Elk jaar maken 10 tot 12 miljoen trekvogels een tussenstop in het waddengebied om voldoende voedsel te eten voor hun lange trektochten van tienduizenden kilometers. Jong & oorspronkelijk: Het waddengebied is ontstaan na de laatste ijstijd, zo’n 7000 jaar geleden. Vergeleken met andere natuurgebieden is dat heel jong. Je kunt zelfs zeggen dat de Wadden elke dag opnieuw geboren worden. Wind, water en getij vormen duinen, kwelders en zandplaten, maar kunnen deze even makkelijk ook weer afbreken. De oorspronkelijkheid zit in het feit dat je in dit landschap heel duidelijk kunt ervaren hoe het landschap zich gevormd heeft. Alle fases van de ontwikkeling, van vroeger tot nu, zijn er nog in terug te zien.

Eb & vloed. Wat is dat?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het IJsselmeer geen binnenzee?

Slide 8 - Open vraag

Omdat het zoet water is

Slide 9 - Tekstslide

We weten wel wat eb en vloed doen. Maar meestal maar oppervlakkig. Vloed is hoogwater en eb is laagwater. Hoe kan dat gebeuren? Het komt vooral door de invloed van de maan. Als je wilt weten hoe de verschillende fases van de maan heten en hoe dat komt? 

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

De maan speelt een grote invloed op eb en vloed. Dat heb je kunnen zien in het filmpje over de maan uit dia 12. Springtij is dus vaker dan we denken. Iedere 2 weken. De Waddenzee is een binnenzee. Waarom is het IJsselmeer dan geen binnenzee?

Slide 12 - Tekstslide

Slib= zwevende deeltjes in het water. Het ziet eruit als een soort klei. Wantij --> Ten zuiden van een eiland.
 Goede plek om te wadlopen door bezinken van meeste slib. Wadplaat --> Bij overgang eb en vloed bezinken hier ook lichte slibdeeltjes. Als je op het plaatje kunt zien zijn het zeegat en de geul donkerder van kleur dan andere delen van het Wad. Dat komt omdat daar altijd water is. Het valt dus niet droog. De prielen vallen wel droog tijdens eb. Op de kaart zijn ze getekend dmv stippellijnen. Je ziet ze in de bruine kader.

Slide 13 - Tekstslide

De zandbanken veranderen steeds van plek. Bij storm worden ze weg geslagen en bij rustig weer, weer opgebouwd. Dit heeft te maken met getijstromen en steeds wisselende golven maar ook zandaanvoer. Het zandstrand is er breed. Een groot gedeelte loopt alleen onder als het extra hoog water =  droog strand. Het strand dat iedere dag door de vloed wordt geraakt noemen we nat strand. Op de kaart rechts kan je aan de blauwe kleur zien hoe diep het er is. Hoe donkerder hoe dieper. Die plekken vallen dus ook niet droog.

Slide 14 - Tekstslide

De kwelder = een begroeid stuk land dat direct aan zee grenst en alleen bij hoge vloed ( bijv storm of springtij) overstroomt. Steeds als de zee in dit gebied komt laat het een beetje slib achter. Het wordt dus langzaamaan iets hoger. Er groeien wel planten, maar alleen zoutminnende planten. Bijv. Zeekraal. Als de kwelder weer droogvalt vloeit het water weg via de slenken. Waar de kwelders vroeger vooral werden ingepolderd voor landwinst zijn het tegenwoordig beschermde natuurgebieden.

Afronding les
Pak je leerlingboekje
Ga aan de slag met de opdrachten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies