Les 04 - Formuleren hoofdstuk 4

De foutieve beknopte bijzin
Formuleren hoofdstuk 4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De foutieve beknopte bijzin
Formuleren hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat een beknopte bijzin is;
- aan welke eisen een beknopte bijzin moet voldoen om correct te zijn;
- hoe je een foutieve beknopte bijzin kunt verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

De beknopte bijzin
In de module grammatica zinsdelen, hebben we gezien dat een bijzin altijd een bepaalde functie in de hoofdzin vervult.

Een bijzondere vorm van de bijzin is de beknopte bijzin. Deze bijzin heeft géén onderwerp en persoonsvorm, maar wel één van de volgende drie onderdelen:
- een onvoltooid deelwoord
- een voltooid deelwoord
- een vorm van 'te' + infinitief

Slide 3 - Tekstslide

Foutief of niet?
Er gaat regelmatig wat mis met de beknopte bijzin. In dat geval wordt het onderwerp ten onrechte weggelaten. Hoe komen we erachter of dit het geval is?

- We kijken naar de beknopte bijzin en bepalen het verzwegen onderwerp (dat wat het onderwerp van deze zin zou moeten zijn)
- We kijken naar de hoofdzin en bepalen het onderwerp van de hoofdzin.

Als het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin overeenkomt met het onderwerp van de hoofdzin, is de beknopte bijzijn correct. Zo niet, dan is hij foutief.

Slide 4 - Tekstslide

Huppelend van plezier kwam het kind de klas binnen.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 5 - Quizvraag

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 6 - Quizvraag

Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag
Jullie kunnen nu aan het werk met opdracht 2 tot en met 4 op pagina 169 en 170 van je boek.

Slide 10 - Tekstslide