De begintijd van het voortgezet onderwijs: Een betoog

De begintijd van het voortgezet onderwijs:
Een betoog

Doel van de les

Aan het einde van deze les kun je een overtuigend betoog schrijven over de begintijd voor leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Leg uit dat de studenten aan het einde van de les moeten kunnen argumenteren over de begintijd van het voortgezet onderwijs.

Wat weet jij al over de begintijd van het voortgezet onderwijs?

Huidige begintijd

De huidige begintijd voor de meeste scholen is rond 08:30 uur. Dit betekent dat leerlingen vaak vroeg moeten opstaan om op tijd op school te zijn.

Geef een korte beschrijving van de huidige begintijd van het voortgezet onderwijs.

Argumenten voor een latere begintijd

Verschillende onderzoeken tonen aan dat een later begin van de schooldag bijdraagt aan betere leerprestaties en een betere gezondheid van leerlingen.

Beschrijf kort de argumenten voor een latere begintijd.

Argumenten tegen een latere begintijd

Er zijn ook argumenten tegen een latere begintijd, zoals het feit dat leerlingen dan later klaar zijn met school en minder tijd hebben voor andere activiteiten.

Beschrijf kort de argumenten tegen een latere begintijd.

Onderzoek

Laat de studenten zelf onderzoek doen naar de effecten van een latere begintijd op de leerprestaties en gezondheid van leerlingen.

Geef instructies voor het uitvoeren van het onderzoek, zoals hoe ze informatie kunnen verzamelen en hoe ze hun bevindingen kunnen noteren.

Verzamel argumenten

Laat de studenten argumenten verzamelen voor en tegen een latere begintijd en deze opschrijven.

Geef instructies over hoe ze hun argumenten kunnen verzamelen en noteren.

Schrijf een betoog

Laat de studenten een overtuigend betoog schrijven waarin ze argumenten gebruiken voor of tegen een latere begintijd. Het betoog moet minimaal 250 woorden bevatten.

Geef instructies over hoe ze hun betoog kunnen structureren en welke argumenten ze kunnen gebruiken.

Presenteer jouw betoog

Laat de studenten hun betoog presenteren aan de klas.

Geef instructies over hoe ze hun betoog kunnen presenteren en hoe ze kunnen reageren op vragen of opmerkingen van hun klasgenoten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.