1.4 Nederland op reis
1 / 38
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
magma is
A
vloeibaar gesteente dat hard geworden is
B
vloeibaar gesteente dat vloeibaar geworden is
C
gloeiend heet gesteente in de aarde
D
gloeiend heet gesteente in de aarde, dat vloeibaar is.
Slide 4 - Quizvraag
lava is
A
vloeibaar gesteente dat hard geworden is
B
vloeibaar gesteente dat vloeibaar geworden is
C
gloeiend heet gesteente in de aarde
D
gloeiend heet gesteente in de aarde, dat vloeibaar is.
Slide 5 - Quizvraag
krater is
A
vloeibaar gesteente dat hard geworden is
B
vloeibaar gesteente dat vloeibaar geworden is
C
gloeiend heet gesteente in de aarde
D
opening van de vulkaan waardoor lava naar buiten komt
Slide 6 - Quizvraag
magmahaard is
A
vloeibaar gesteente dat hard geworden is
B
een plek onder een vulkaan waar veel vloeibaar gesteente zit
C
gloeiend heet gesteente in de aarde
D
opening van de vulkaan waardoor lava naar buiten komt
Slide 7 - Quizvraag
Vulkanen komen vooral voor langs plaatranden. Langs welke twee soorten plaatranden?
Slide 8 - Open vraag
De plaats aan het aardoppervlak boven het begin van een aardbeving waar de meeste beweging plaatsvindt noemen we het
Slide 9 - Open vraag
De schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt aangegeven heet de schaal van
Slide 10 - Open vraag
wel aardbeving
Geen aardbeving
Slide 11 - Sleepvraag
Magmakamer
Krater
Lava
Magma
Slide 12 - Sleepvraag
Lees goed en sleep
de symbolen
naar de goede plek
Magmakamer
Aardkorst
Lava
Aswolk
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
