Woorden 2.5

Week 2 Woorden 2.5
Doelen:
- Je kent de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 2 Woorden 2.5
Doelen:
- Je kent de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 

Slide 1 - Tekstslide

Woorden 2.5
Bekijk de filmpjes voordat je de tekst gaat lezen in je theorieboek. Dit helpt je om de tekst te begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wie is Puck Meerburg?
A
een jongen die al heel jong leerde computeren
B
Iemand die al jong leerde programmeren
C
Iemand die al heel jong naar de middelbare school ging
D
Een jongen die al heel jong voor Apple werkt.

Slide 4 - Quizvraag

Welke woordgrap wordt er in de titel van tekst 1 gebruikt?

Slide 5 - Open vraag

Woorden 2.5
Bekijk het filmpje. Dit filmpje hoort bij tekst 2.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Woorden 2.5
In het Nederlands worden veel Griekse en Latijnse voorvoegsels en achtervoegsels gebruikt.  Als je de betekenis van deze woorden of woorddelen kent, kun je de betekenis van veel onbekende woorden afleiden.

Slide 8 - Tekstslide

Woorden 2.5
Bedenk zelf met elk voor- of achtervoegsel uit de lijst op blz. 121 een woord. Noteer in je (digitale) schrift.

Slide 9 - Tekstslide

Woorden 2.5
In reclames wordt veel gebruik gemaakt van Griekse en Latijnse voorvoegsels. 

Schrijf de woorden, uit de volgende dia, met Griekse of Latijnse voorvoegsels op en zoek de betekenis van die woorden op.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide