4H Hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming

4H - Hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4H - Hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Deze week:
 Hoofdstuk 8, Spelling, paragraaf 4, opdracht 1-5-6
       Hoofdstuk 8, Spelling, paragraaf 5, opdracht 4-6-7-8

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar zijn de hoofdletters goed gebruikt?
A
De Kerstman en twee Sinterklazen
B
De kerstman en twee sinterklazen
C
De Kerstman en twee sinterklazen
D
De kerstman en twee Sinterklazen

Slide 4 - Quizvraag

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt, 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 5 - Quizvraag

Spelling: meervoudsvormen

1)  Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen (groenten - groentes)


2)  De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z (duiven - sluizen)


3)  Woorden op -ee krijgen er +ën bij (ideeën)


4)  Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op (melodieën - bacteriën)

– als de klemtoon op -ie valt, dan voeg je -ën toe: theorie → theorieën

– als de klemtoon op een andere lettergreep valt, dan krijgt de laatste e een trema en voeg je alleen -n toe: olie → oliën


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

5)  Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij (oma's, accu's).
Dus: ik hou van Y's. 

6)  Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7) Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang (musea - data - neerlandici)

8)  Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud (hersenen- rijst)

Slide 8 - Tekstslide

Meervoudsvorming
A
satétje
B
sateetje

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van "olie"
A
Olies
B
Olieën
C
Olieen
D
Oliën

Slide 10 - Quizvraag

Meervoudsvorming
A
stouterikken
B
stouteriken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
programma's
B
programmas

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten van Spelling (H8 online) paragraaf 4 en 5.
Paragraaf 4: 1-5-6
Paragraaf 5: 4-6-7-8

Slide 13 - Tekstslide

Welke onderdelen van Hoofdletters/leestekens en meervoudsvorming vind jij nog moeilijk?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten van Spelling (H8 online) paragraaf 4 en 5.
Paragraaf 4: 1-5-6
Paragraaf 5: 4-6-7-8

Slide 15 - Tekstslide