2kgt 5.8 Spelling deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

5.8 Spelling deel 1

Lesdoelen

• Je leert het schema werkwoordspelling gebruiken;
• je leert Engelse werkwoorden spellen.

Werkwoorden vervoegen.

Plaats in elke zin de juiste vorm van het werkwoord verlengen.

1. Club Fit                              de actie met één week.

2. De actie wordt met één week                             .

3.                             tot en met eind dit jaar!

...

...

...

verlengt

verlengd

verlengd

verlengt

Werkwoorden vervoegen.

Plaats in elke zin de juiste vorm van het werkwoord worden in de tegenwoordige tijd.

1. Met het invullen                            ik geholpen.

2.                           je daar niet vreselijk moe van?

3. Dat                              haast nooit meer gedaan.

...

...

...

word

wordt

word

wordt

schema werkwoordspelling

Wanneer gebruik je een persoonsvorm (tt of vt), een voltooid deelwoord of een heel werkwoord? Kijk op de volgende twee slides of in je B-boek op bladzijde 154. Je kunt de afbeeldingen inzoomen.

schema werkwoordspelling - 1

schema werkwoordspelling - 2

Stel, het werkwoord in een zin is géén pv. Wat kan het dan wel zijn?

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?

1. -d
2. -t
3. -en
4. -d, -t of -en

Bekijk de afbeelding. Twee woorden zijn
verkeerd gespeld. Noteer de juiste
vorm van het werkwoord.

Bekijk de afbeelding. Leg uit wat er fout is
in "Openingsactie verlengt!" en verbeter
de fout.

Bekijk de afbeelding. Twee woorden zijn
verkeerd gespeld. Noteer de juiste
vorm van het werkwoord.

Bekijk de afbeelding.
Verbeter de fout.

Opdracht

Op de volgende zes slides vind je steeds een zin. Lees de zin nauwkeurig, zodat je weet welke vorm van het werkwoord je moet invullen. Het kan tegenwoordige of verleden tijd zijn, maar ook een voltooid deelwoord.

Op dat kruispunt (gebeuren) ... vaak een ongeluk.

1. gebeurt
2. gebeurd

Die maaltijd was echt heerlijk (bereiden) ... .

1. bereidt
2. bereid

Pas op, die deur is net (schilderen) ... .

De twee boerderijen (branden) ... gisteren tot de grond toe af.

1. brandden
2. branden

Heb jij zijn mailtje al (beantwoorden) ... ?

Het is nog maar net (gebeuren) ... .

Engelse werkwoorden

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden. 

Wie downloadt er nou nog? Lekker streamen!

Engelse werkwoorden

• Soms schrijf je twee medeklinkers, om duidelijk te maken dat een woord op z'n Engels uitgesproken wordt.

paintballen - ik paintball - hij paintballt

passen - ik pass - hij passt

grillen - ik gril - hij grilt

stressen - ik stres - hij strest

Waar of niet waar?
Leenwoorden komen altijd uit het Engels.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Woorden uit een andere taal die wij gebruiken, noem je leenwoorden.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?

Je gebruikt de Nederlandse spellingregels voor het schrijven van werkwoorden uit het Engels.

1. waar
2. niet waar

Hij heeft gisteren ....

1. chatte
2. gechat
3. chat
4. chatten

Ik at erg ongezond, ik ... de hele dag

1. snackde
2. gesnackt
3. snack
4. snackte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:

Ik ... (crossen) gisteren door het bos.

Maak nu 7b (schema) en 8 op bladzijde 157 van je B-boek.

Maak een foto van je werk en upload de foto hier.

Volgende les doen we deel 2